Je broer en jij gingen samen
nog een wandeling maken
het liep al tegen de
schemering. Je broer was ouder
en liep dus voorop. De
avondmist trok op en hij
werd langzaam ingesloten door
het wit.
Je zag hem vervagen. De mist
omsloot zijn hoofd.
Je broer, hij loste langzaam
op.
Je zag hem, je kon er niet
bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten