vrijdag 9 februari 2018
Als sonnet
Je zult maar vijftig zijn en op. Jij was het.
De roes van nacht, roken en drank stopte hier.
Het infuus van je poëzie was leeggestroomd,
de ader dicht geslibd, het laatste gedicht
geschreven, de dop kon op de pen geschroefd.
Je liet een klein maar piekfijn oeuvre na.
Niks meer aan doen. Wat viel er nog meer te
zeggen, je had je punt gemaakt, je hart
bezweren met poëzie werkte niet meer.
Je verbleekte nu snel, je pakte je boeltje.
Aarde, hier komt een dichter aan, zwartgekleed,
hij is hier bekend, hij was van het vaarwel.
Nu staat zijn naam zelf op papier zwart omrand,
zijn hart doorwond, de einder geen geduld.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten