zaterdag 21 januari 2017

Goede manieren



Robert Anker. Ik las je bundel ‘Goede manieren’ in de zomer, zitten op een kademuurtje langs de Rijn. Zevenentwintig jaar geleden alweer? De titel alleen al vond ik geweldig. En wat leefde ik mee met de held van dit episodische gedicht: Van Beek. Wat was ik weg van hem. Die zomerdag op dat muurtje langs de Rijn met Van Beek in die langwerpige bundel. Van Beek in zijn auto op de ringweg, waar ging hij heen, wie bezocht hij. Wat gebeurde er met hem, wat dacht Van Beek? Hij reed zo zijn verleden in, een halte, die ik als nostalgicus, wel waarderen kon.  En nu ben je dood. Van Beek leeft nog, ik heb hem net weer uit de kast gepakt. Daar rijdt hij weer, in  ‘Goede manieren’.  Maar jij, zijn schepper, bent dood. Wie stuurt Van Beek nu naar zijn lot? Wie schrijft nu al die mooie zinnen voor hem waarin hij wonen moet? Dit is het antwoordapparaat van uw dichter. De dichter slaapt en kan u niet derhalve maar…

Bij de dood van Robert Anker

Geen opmerkingen:

Een reactie posten