De
dienst begint, je schuift zachtjes aan, een knik, je groet een vaag bekend
gezicht. Muziek klinkt uit de hoeken, er wordt nog wat gekucht. Het gedicht,
gelezen door je zus, ken je, je zet je alvast schrap. Je houdt je ogen droog. De
foto die door de beamer op de muur wordt gezet, blijkt het allerlaatste
portret. De karakterschets, je broer is nu aan het woord, van je is pijnlijk
nauwgezet. De herinnering die wordt opgehaald ken je, je was erbij. Het koor
zet nu een psalm in dat je aan vroeger denken doet. Je voelt wat, maar je weet niet
precies wat je nu voelen moet. Je leest de tekst van het papier, je zingt wat
flarden mee. Het brengt je geen troost, wat had je verwacht? De mensen staan op
en vormen een stoet die naar buiten gaat, jouw kist achterna. Ik blijf nog even
zitten en denk dat ik je gezicht zie in de nerven van de bank.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten