Ze
hoopte dat alles zo zou blijven,
zou
blijven zoals het was.
Steeds
dezelfde leerlingen,
in
steeds dezelfde klas.
En
dat haar buurjongen niet zou verhuizen,
en
dat haar ouders gingen voor eeuwige trouw.
Dat
haar vriend haar vriend zou blijven,
en
haar nooit verlaten zou.
En
dat haar collega nooit elders
solliciteren
zou. Ze wilde dat
alles
zou blijven zoals het was.
Ze
hoopte dat alles zo blijven zou.
Dat
het feestje geen einde hebben zou.
Dat
die zomer eindeloos duren zou,
dat
de winter eindeloos duren zou
en
nooit zou overgaan, hoogstens dan
vooruit,
in een eindeloze zomer,
die
nooit zou overgaan, hooguit dan in –
Ze
hoopte dat het einde uit zou blijven,
ze
hoopte op de eeuwigheid,
en
dat die altijd blijven zou.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten