Ik
zie de nacht in de stad,
het
centrum is een decor.
Ik
strik mijn stropdas,
ik
zit op de eerste rang.
Ik
vang flarden op van dialogen.
Soms
geschreeuwd, soms verward,
soms
gehuild, soms uitgelaten blij.
Ik
zie relaties met toekomst,
en
relaties in ontbinding:
een
agent slaat de aanstaande in de boeien.
Dan
is er vaak drank en drift en is het al veel te laat.
Morgen
lopen ze weer hand in hand, vast.
Ik
zie wel de onderdelen,
maar
nooit het geheel.
Ik
zie niet het vooraf en niet het nadien.
Ik zie het vale ochtendlicht,
Ik zie het vale ochtendlicht,
ik schrob de stoep
en
doe mijn stropdas af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten