Nijhoff,
Vasalis, Gorter,
Achterberg,
Bloem, Verwey,
Dante,
Den Brabander, Bloem,
Hamsun,
Shakespeare, Rilke,
Bomans,
Vondel, Hooft, Gezelle,
Poesjkin,
Villon, Van Eeden,
Rimbaud,
Drs. P, Van Ostaijen,
Kloos,
Dickens, Slauerhoff,
Gerhardt
en Elsschot. Ziehier,
de
leveranciers, de bezielers
van
het Deventer Dichterscafe.
Waar
blijft de eerste nog levende dichter,
eentje
geboren na pakweg 1985,
in
dit café waar de tijd is stil blijven staan.
In
dit museum waar de suppoost allang
de
lichten heeft uitgedaan.
Ik
krijg wat van al die dooien,
hun
knekelmars krijgt geen einde
Hun
stoffelijk overschotten worden
keer
op keer gereanimeerd.
Mausoleum,
verstofte woorden,
muffe
verzen – daarna de spruitjes met jus
en
een dichtgebakken oubol toe.
Het is niet wat je noemt: vers.
Ik
wil niet op tijd naar bed met een fijne
bundel
van Jacqueline van der Waals.
Ik
wil een dichteres met warm bloed,
eentje
die nog leeft en ademt. Ik wil
een dichter met een kloppend hart.
Het
lustrum wordt gevierd, (maar de bloemetjes
worden
niet buiten gezet) in een crypte, in de tombe,
de
luiken gesloten, de blik op het verleden. Na afloop
kunnen de leden desgewenst worden bijgezet.
Maar
het had zoveel erger kunnen zijn:
een
voordracht van Michiel van Hunenstijn.