zaterdag 24 december 2016
donderdag 22 december 2016
Een eigen mening
Dat
nieuwe boek van die schrijver…
Dat stilistisch het ene pareltje aan het andere rijgt.
Dat stilistisch het ene pareltje aan het andere rijgt.
Ja?
Dat
boek dat overal zo bejubeld wordt.
Dat
boek dat zoveel positieve recensies krijgt.
Dat
in haast elke tv- praatprogramma genoemd wordt.
Dat
boek dat in elk jaarlijstje staat.
Ja?
Dat
vergeleken werd met meesterwerken.
Dat
zo geroemd wordt om de dialogen.
Dat
zo sterk is vanwege de plot.
Ja?
Dat
zo sterk de tijdgeest weerspiegelt.
Dat
boek dat iedereen op vakantie meeneemt.
Dat
boek waar iedereen zo mee wegloopt.
Ja?
Nou,
ik vind er helemaal niks an.
woensdag 21 december 2016
Oudjaar
‘s Middags stond je nog in de rij bij de deurpost, daar werden met
potlood de groeistreepjes boven ons
hoofd gezet. Het waren hele ladders inmiddels. ’s Avonds keek je met je broers naar de zelf
opgenomen super-8 films. Je vader bediende de projector, spoelde de films
aan het eind weer terug. En soms draaide hij tussendoor een stukje film terug,
voor het effect. De huiskamer was donker, je hoorde het ratelen van de spoelen,
en het zoemen van de projector. Je keek naar wat was vastgelegd, wat was
geweest. Stofjes dansten in de lichtbundel. Buiten klonk er al geknal. Je kon
niet wachten toen. Nu denk je aan wat is geweest en soms hoor je de projector
nog ratelen in je hoofd, je ziet je moeder zwaaien in een sneeuwdecor, maar de
film wordt nu enkel teruggedraaid. En je kijkt tegen een lege deurpost aan.
woensdag 14 december 2016
Aanstellers
Hardlopers
die groeten, als ze elkaar tegenkomen,
even
een kort knikje met het hoofd, even een handgebaar:
het
is nog ver, het is warm, het is koud, het is nat, het is guur,
de
spieren doen pijn, jullie gaan allebei dezelfde weg: sterkte.
Maar
hardlopers die naast een kruispunt, voor een terras,
of
op een drukke parkeerplaats druk bezig zijn met hun rek-
en
strekoefeningen, behangen met mobieltje en waterflesje –
daar ben ik niet dol op. Nee, die groet ik niet.
dinsdag 13 december 2016
Twittergedichtje
Bezig
in net verschenen boek. Speelt in de laatste dagen van december. Hoofdpersoon
praat tegen konijn. Goed getroffen sfeer. Het heet The Evenings. Hoe zou je de naam van schrijver uitspreken: Gerard
Rieve?
dinsdag 6 december 2016
Voor Jan van Laar
Het
gedicht Einde en Begin, kende ik al.
In 2000, toen ik bezig was het schrijven van een stadswandeling door Berlijn
voor een reisorganisatie, had ik de eerste regels geciteerd, dat vanwege de Trümmerfrauen, leek me toen wel
toepasselijk. En omdat de eerste strofe me zo trof, en omdat ik kennelijk druk
was met meer prozaïsche zaken, is de rest destijds mij ontgaan. Zo kon het
gebeuren dat ik nu pas, 16 jaar later, struikel over de laatste strofe
van
het gedicht. Nou kan ik best wat hebben, ik heb een ruim bemeten warm kloppend poëtisch
hart. En ik kijk niet gek op als iemand onderzoekt of er aan de achterkant van
de taal ook een wereld aanwezig is. En ik ben echt geen Batavus Droogstoppel,
maar ik vind wel dat ook binnen de kaders van de poëzie de boel kloppend moet
zijn. Want wat schrijft Wislawa Szymborska? Dat er iemand in het gras ligt die
lui naar de wolken gaapt terwijl hij
(en
nu komt het) een aar tussen zijn tanden heeft. Nou, ik heb het thuis ook geprobeerd,
meerdere keren zelfs. Ik wilde het gedicht niet alleen lezen, ik wilde even het
gedicht zelf zijn, samenvallen ermee. Dus ik ging ook op mijn rug liggen met,
bij gebrek aan aar, een satéprikker tussen mijn kaken geklemd. Maar toen moest
ik dus lui gapen. Schiet die satéprikker in mijn keel. Zo had Wyslawa het vast
niet bedoeld. Ik zocht naar een veilige
variatie
die wel zou werken, en wurmde de prikker tussen twee tanden. En weer probeerde
ik te gapen naar de wolken. Maar bij lui gapen krullen de lippen over de tanden
en zit die aar in de weg. Wat ik eigenlijk denk is dat Wyslawa een te mooi
beeld heeft proberen neer te zetten. Liggen met grasspriet in de mond alleen
was niet genoeg, er moest ook nog ‘ns bij gegaapt worden. En dat beeld wordt
dan topzwaar en gaat kopje onder. Jammer dat
nu
mijn aandacht op een haast obsessieve wijze naar die slotstrofe gaat, want net
die regels ervoor worden er nu door overschaduwd terwijl ze mij zo troffen: Zij die wisten waarom het hier ging, moeten
wijken voor hen die weinig weten. En minder dan weinig. En tenslotte zo goed
als niets.
Abonneren op:
Posts (Atom)