De
buurvrouw is nog niet dood.
Ze
leeft nog. We horen haar soms
aan
de andere kant van de muur.
De
maden kruipen al wel in haar kliko, massaal.
De
kraai zit op haar schoorsteen.
En
haar kleren zitten vol met vlekken,
die
langzaam kruipen naar haar handen,
oprukken
naar haar gezicht.
Haar
gang is wankel
Ze
moet gesteund door arm of
elleboog.
Haar ogen zwemmen.
Bezoek
krijgt ze niet,
Er
komen vreemde dampen uit haar huis.
Haar
gang is wankel,
alsof
ze de weg naar het graf
niet
vinden kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten