zondag 9 augustus 2015

En ik werd die ik was gebleven

En ik werd die ik was gebleven:
altijd een gewone jongen gebleven,
(zo’n imago blijft aan je kleven)
eten doe ik om half zeven,
De fijne was is op 30 graden goed gebleven.
En die bundels poëzie ga ik lezen
als de afwas glanzend is gewreven:
Nijhoff, Elliot, Pound, het is me om het even.
Kwestie van de boel goed zeven
Is de tirannie van de klassieker verdreven?
moet de canon van de poëzie herschreven?
Was ik het die werd beschreven?
Was ik er anders in uh, gebleven?
Voor altijd en eeuwig, niet voor even?
Had ik dan nog een ander streven
dan te worden die ik was gebleven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten