bij mij van
binnen een snaar.
Je wiebelde
met je heupen,
en je had
zulk prachtig haar.
Meisje,
mijn hart ging van boem
paukeslag
boem paukslag boem,
Je had een lachje
om je mond,
je rokje zwierde
om je kont.
Meisje, ik
wil je, dans met mij,
klokslag
twaalf is dat niet voorbij.
Ik zing je
naam steeds in mijn hoofd:
'k hou voor
eeuwig van je, beloofd.
Meisje, we
zingen onze harten rood.
Op jou
alleen heb ik gewacht,
blijf bij mij
voor altijd tot onze dood
of vooruit,
blijf maar voor één nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten