zaterdag 1 februari 2014

Perplex

Het meisje met de parel staat op de markt. Kijk, daar staat ze, 
ze is aan het werk, met vis en haar vereelte handen.
Ze draagt haar kapje. Ze is zo dichtbij, ze lijkt niet zo ver meer. 

Het bosje bloemen, gevonden in het trapgat van de Wilhelminabrug.
Netjes in cellofaan verpakt, maar geen kaartje. Ik raap het op en probeer
het te slijten aan de drankmannen daar beneden, net om de hoek.
Ze zijn er maar verlegen mee, het boeket blijkt ineens een vreemd object. 

En neem nou Ilse, die een naaktfoto van zichzelf maakte,
met haar Nikkormat, op de rug gezien, hoed op haar hoofd,
toch een verbazend herkenbaar portret op internet. 

Liep ik met m'n blikjes bier 1664, een goed jaar, in Parijs over straat,
ik moest ze kwijt, ze waren teveel. Waar is de clochard als je 'm nodig hebt?
Uiteindelijk gevonden. De zwerver stupefait met de blikjes achterlatend. 

Was ik op die reünie van mijn basisschool,
staan we daar voor onze klassenfoto van toen,
ik sta weer tussen Niek en Albert in, net als
veertig jaar geleden. Kijkt die foto ook ons aan,
en je ziet ze denken: zijn wij dat? 

Er is verwondering genoeg in het alledaagse. Dus,
hou verre van mij: de dauwdruppels op die tere bloem,
de roze gloed van de zonsopgang, de pasgeboren baby,
het wonder van het nieuwe leven - uitgezonderd dan van die pan
die de hele vakantie thuis op het fornuis had gestaan,
met dat restje erin. En dat ik bij thuiskomst het deksel
lichtte - en stil viel van al dat nieuwe leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten