woensdag 22 mei 2013

Het kanaal

Het kanaal is enkel recht,
heeft geen begin en ook geen eind.
Loodrecht de beschoeiing,
peilloos en donker het water. 

Je fietste langs dat gestrekt kanaal,
jaar na jaar naar school.
Je kende de heen- en terugweg:
het kanaal heeft geen begin of eind. 

De wind blaast over het vlakte.
Je buigt je krom over het stuur
De populieren bieden geen beschutting.
Het water ruikt naar dode vis. 

Het veen trekt en zuigt.
Het land zakt langzaam weg.
Je ruikt de carboleum van de dukdalf,
die ene keer dat de zon erop schijnt. 

De brugwachter laat de bomen neer.
De boot trekt een tijdelijk spoor.
Je hoort het geklots en gekabbel
Je wacht, het leven trekt voorbij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten