Personeelstekort (door Babs Gons, Dichter des Vaderlands)
we komen tekort
verliezen een stad
vragen ons af hoe we thuiskomen
hoe nader tot onze geliefden te komen
een college, een ingreep
minder treinen minder trams
op het traject richting OLVG
een verbod op verlof
een nacht zonder eerste hulp
ook op mijn post
een personeelstekort
in mijn linkerborst
ergens in het laatste jaar
is schaarste schade geworden
de OK-medewerker deelt orders uit
aan niemand die het hoort
de verpleegkundige verontschuldigt zich
ik heb geen mensen
ook hier in de taal
kom ik handen tekort
en komen de woorden
wellicht te laat
voorrijden
de tijd staakt hier zo af en toe
moedigt aan om met minder
meer te doen
we zullen mislopen, stranden
dan weer vertragen
en hopen dat we in ieder geval
op tijd zijn om onszelf
te begroeten bij thuiskomst
* * *
Dat was wel even schrikken: de scheidende Dichter des Vaderlands, Lieke Marsman, had kanker, was geopereerd, ging verder zonder rechterschouder en zonder rechterarm, keihard, pijnlijk en tragisch – maar monter. En nu is er een nieuw Dichter des Vaderlands, Babs Gons, en zij werd ook geconfronteerd met kanker, in haar borst. Ze is inmiddels behandeld, geopereerd, en ik wens haar alle goeds en veel gezondheid, maar ik heb ook wat kritiek op haar eerste gedicht – waarin kanker ook een rol speelt.
Bij Babs Gons was een tumor geconstateerd in haar linker borst, zoals ze ook in haar eerste gedicht beschrijft. En dus belandde ze in het zorgtraject, dat tegenwoordig met elastiekjes en houtje-touwtje aan mekaar vastgeknoopt lijkt te zijn: slecht betaald, wegbezuinigd, gecommercialiseerd. En ze besloot deze twee zaken samen te brengen in een gedicht. Maar, de gedachte is mooi en ook in te voelen, maar het resultaat is dat niet.
Het eerste gedicht van onze nieuwe Dichter des Vaderlands, stond paginagroot in de NRC verleden week. Dus ik las het, en ik schrok van haar relaas. Kanker, ook ik ken het van dichtbij. Maar in het gedicht stoorden mij een paar dingen.
De eerste strofe is er, qua gedicht dan, niets aan de hand. Qua maatschappij en qua tijdsgewricht is er wel degelijk wat loos: hoe kom je waar je wezen moet, op je werk, thuis, als het openbaar vervoer tot het minimum is teruggebracht en je, want je hebt geen auto, juist daarop aangewezen bent.
In strofe twee wordt de dramatiek nog wat aangezet: verbod op verlof, geen Eerste Hulp in de nacht. Maar dan komt er iets dat me stoort: ‘minder trams op traject OLVG.’ Olv - wat? Ah, Babs Gons verwijst hier naar een ziekenhuis in Amsterdam: Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Dat moet je ook maar even weten als inwoner van Stadskanaal. Dat je ervan uitgaat dat alle andere Nederlanders wel zullen weten wat die afkorting betekent. Babs Gons, ‘Dichter des Randstads’.
(Dat zie je trouwens vaker met berichten uit Amsterdam in de landelijke media. Dan wordt er gesproken over een tentoonstelling in het Rijksmuseum, maar dan wordt er niet dat gebouw aan de Lasondersingel in Enschede bedoeld).
Gaan we naar vers drie. Babs Gons schrijft daar: ook op mijn post / een personeelstekort / in mijn linkerborst.
En daar wrikt de metafoor. Babs Gons probeert een link te leggen tussen het
personeelstekort in de zorg en de kanker in haar borst. Maar daar loopt het mank. De tumor werd niet
veroorzaakt door een personeelstekort, te weinig witte bloedcellen, of rode
bloedcellen. Er waren cellen aan het muiten geslagen, voor zich zelf begonnen,
ziek geworden. Maar niet omdat er ‘soldaten’ of andere hulptroepen die te hulp
konden schieten, te weinig waren. Kanker is pech. Kanker is een lot.
En er was nog één dingetje waar ik over viel tijdens het lezen van dit
gedicht, in vers vier. Daar staat: de OK-medewerker deelt orders uit.
Orders. Dat klinkt haast militaristisch: orders uitdelen, bevelen. Maar zo gaat
het niet in een ziekenhuis (OLVG). En ik lees hier ook een anglicisme in: doctor’s orders.
Enfin, misschien moet ik het gedicht horen in plaats van lezen, spoken word immers. Ik ben benieuwd naar het volgende gedicht van haar.