We gingen voor een weekeindje
naar een kunstfestival.
Geen pretentie, niet
highbrow, gewoon, gezellig, platteland.
Dus overnachting geboekt, bed
en ontbijtje,
Wat wil je nog meer immers?
Nou.
Dus keek je vanaf je bed,
omhoog, strak de TL-balken in.
Daar ging je romantisch
weekeindje. En keek je recht
vooruit, dan werd je blik
gestopt door de zwanenhals
onder het keukengootsteentje.
Had ik al vermeld dat
de voordeur zich pal naast
het bed bevond?
En tussen de matrassen van
het tweepersoonsbed,
gaapte een kloof van vijf
centimeter breed. Je lief
kon je dat weekeinde helaas niet
bereiken.
De radiator hing, dat kon jij
zelfs zien, niet waterpas.
Het tv-scherm stond al jaren
op zwart, was doodverklaard.
Het was geen onwil, maar de aanleg van de kabel,
of de glasvezel, was al jarenlang vertraagd.
’s Nachts zocht je tevergeefs
naar een nachtkastje.
Dat was er niet. En het
lichtknopje van het bedlampje,
dwaalde ergens onzichtbaar op de vloer.
Zodat elke nachtelijke gang een tastend avontuur werd.
En toen je later ’s nachts wakker
lag,
hoorde je de muizen dansen en
ritselen
onzichtbaar, op de
vliering boven je hoofd.
Je was er voor de ontspanning
en de kunst,
maar het ongemak had je de
adem benomen,
en nu had je muizenissen in je hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten