zaterdag 26 maart 2022

Ze stond midden op de dansvloer, en ze danste aritmisch

Ze stond midden op de dansvloer, en ze danste aritmisch.
Dat zag er niet uit, dat gehups van haar en het zwaaien
met haar armen, uit de maat. Eigenlijk kende ze deze muziek
niet goed genoeg, het was te werelds. Ze had geen aangeboren
talent om te dansen, en ze was niet bepaald in het meest
ideale gezin opgegroeid: zwarte kousen, zware zeden.
Het was om te stikken geweest. Ze had altijd gehoopt
dat er op een dag een barst zou komen, waardoor lucht
en licht naar binnen zou komen en dat dat op haar zou
schijnen en haar zou verlichten. Het moest allemaal nog
vorm krijgen. Hoe zou ze zijn in de nieuwe wereld?
Ze zag zichzelf lopen, ooit, ergens, hand in hand,
met iemand die ze nu nog niet kende.
Ze had nog geen gezicht, geen beeld. Maar daar
liep zij naast, het zonlicht spatte van d’r haar, goud.
Met haar blote armen, daar liep zij, door de barst,
stralend, van God los, de wereld in. De tijd dat ze dacht
dat Hij haar en haar zonde zag, lag achter haar.
En vanavond ging ze dansen, aritmisch
en uit de maat, kom, barst maar, dacht ze.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten