maandag 11 mei 2020

Havenhuis, Zaha Hadidplein 1, Antwerpen

















(een gedicht met een mening)

Ja lach maar. Kijk maar. Wijs maar. Lach maar.
Maar humor ten koste van een ander is niet leuk,
ook niet als het een ding is, een gebouw betreft.
Ja, ik weet waar ik over praat, want ik heb het
nu over mezelf, de Brandweerkazerne
aan het Zaha Hadidplein 1 te Antwerpen.
Ja, dat tragische geval met dat ruimteschip
plompverloren op z’n kop. Niet te missen.
God, wat sta ik er voor joker bij. Bedankt Zaha.

Dan sta je daar, sinds 1912, aan de kade in de
haven, prachtplek, dat uitzicht, de schittering
van het water en de geur van pek en olie.
Je bent een brandweerkazerne, opgebouwd
uit baksteen: deuren, ramen, poorten, binnenplaats,
niks aan de hand, ook al had je een keer
zelf brand op je dak, ironisch genoeg, haha,
Ja, lach er maar om. Maar je had liever brand
op je dak dan dat Havenhuis van Zaha Hadid.
Djesus, heb je dat glimmende geval wel gezien?
Dat drie keer zo duur werd als begroot? En jongens,
nog iets, wie gaat al die ramen lappen? Ik heb hier
een offerte van 65.000 euro. Dat is per jaar, ja.
Het shinen van dit megakristal heeft een prijs.

Maar jou werd niks gevraagd. Jij staat lelijk voor
aap met die blob op je kop. Die monstrueuze
diamant. Dat dronken schip. Dat enge insect.
Je had de architectenpraat gehoord: jij moest behouden
blijven. De gotspe. Jij moest een metafoor worden.
Jij moest een dialoog aangaan. En tevens benadrukken
dat oud en nieuw geen eenheid vormen. Jij moest de
visionaire blik van de architecte bekrachtigen. Maar uiteindelijk
ga jij gebukt onder dat ‘stoutmoedige verticale statement.

Zaha, what the fuck? Wat doe je me aan? Zoek lekker
zelf een eigen plek. Ik denk aan schepen die voorbij gaan.
Aan water dat klotst, aan laad- en losgeluiden. Aan kranen,
silo, containers, heftrucks en aan bulk, bier en Brel misschien.
Aan olie, cacao, roll on roll off, en wat drugs uit Zuid-Amerika
natuurlijk, tussen de bananendozen. Zonder dat gaat het niet,
wat morsigheid, Zaha, wat schemerwerk, je weet hoe dat gaat,
niet alles verdraagt schitterend daglicht. Zaha, laat me maar.
Als je even naar beneden kijkt, daar, in je schaduw, dat relict
van vroeger, onder je, dat ben ik, je voetstuk, in nederigheid;

de oude brandweerkazerne



Geen opmerkingen:

Een reactie posten