woensdag 8 januari 2020

Wat eten we vandaag?


Concreter kon het niet, dit was de werkelijkheid, de wereld.
Je belde de schilder om een afspraak te maken, maar de
persoon die je moest hebben, werkte daar niet meer. Je
ritste je jas dicht en ging de straat op om je zelfgemaakte
kaart voor je moeder op de bus te doen. Onderweg trof
je een oud-collega met wie het, zo te zien, niet zo goed
ging. Ook al zei hij zelf van wel. Zijn hond snuffelde
ondertussen aan je schoenen. De vriend van een vriendin
van hem was overleden, zei hij. Jij postte je kaart en
kocht tandpasta en een doosje paracetamol bij Het Kruidvat.
‘Wilt u informatie over het gebruik?’ vroeg de kassière.
Buiten vroeg een mevrouw waar de schoenmaker was,
je wees waar die was. Er lag op de hoek een stapel
kerstbomen en zo te zien waren de kliko’s niet geleegd.
Je groette een straatgenoot, je wist zijn naam niet. Er
kleefde een plataanblad aan je zool. Alles was los zand.
Je keel voelde plots dichtgeschroefd, je hapte naar adem.
Wat had het allemaal voor zin? Over een jaar of dertig zou
je zeker dood zijn. En dan? Je zong met een song van
Nick Drake mee op de fiets naar de Jumbo. Een stipje
in een uitdijende kosmos, onvindbaar, onzichtbaar,
en dat zou na de dood niet anders worden. Je slalomde
tussen de auto’s door. Nick Drake stierf weg. Je dacht
aan Pessoa’s Sigarenwinkel, dat had je tot dusver altijd
gerustgesteld. Je zag de dame van de versafdeling haar
muts verschikken. Je zette je fiets op slot. Brak de zon
daar nou een beetje door? Je dacht, het eindigt wel,
en je wist dat je dan nergens was. Voorgoed ergens
in dat uitdijende heelal. Je was dan geweest zogezegd.
Ver voorbij zin en zijn. Maar voor nu, wat eten we vandaag?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten