Het is die vrouw die je blik
ontwijkt,
die je niet aankijkt. Het is
de vrouw
die in zichzelf praat,
hardop, hele
verhalen, dialogen. Het is de
man
met dat rare loopje en met
dat
samenraapsel van kleren. Het
is
dat meisje dat gebaren maakt,
iets in haar omgeving
bezweert.
Het is die man die ’s nachts,
maar
ook overdag schreeuwend over
straat gaat. Het is de jongen
die
de muren van zijn kamer rood
schildert. Het is de vrouw
met haar
bonte volgepakte karretje die
niemand
vertrouwt. Het is de man die
altijd met
een plastic capuchon over
zijn hoofd
gebogen door de stad loopt.
Het is
die dikke man die altijd met
die vlag,
met dat embleem zwaait. Die
vrouw
met dat slechte gebit, die zo
naar rook
stinkt en hele verhalen heeft.
Het is
dat meisje dat dacht dat ze
een uiltje
was en ook nog een vlinder.
Het was
die jongen die net wat te
veel en te vaak
gebruikt had: geen tand meer
in zijn mond.
Het is die man die met dat
bord om zijn
nek bij de kerk staat, dat
hij schuldig
was aan alles. Het is die man
met dat
mes, die heb je ook,
oppassen. Het is
die man met zijn slechte
gezondheid,
baan kwijt, vrouw kwijt, huis
kwijt,
geld kwijt – alles. Het is
die man die
denkt dat hij machten heeft.
Het is die
jonge man die stemmen hoort
en gaat
met dat graatmagere meisje
dat trilt.
Het is die vrouw die, ondanks
medicatie,
alle remmen van de fantasie
losgooit.
Het is die man die denkt dat
iedereen,
dus ook jij, het op hem
gemunt heeft.
Het is die man die niks zegt
en kleurrijke
kunstwerken maakt met veel
tekst.
Het is die vrouw die altijd
hetzelfde rondje
loopt, op dezelfde tijd. En
dan altijd
dezelfde muren en palen
aanraakt.
Het is die jongen die met
zijn kermis-verlichte
fiets rondjes rijdt door de
nacht. Het is
diezelfde jongen die met zijn
muziekfiets
rondjes rijdt. Het is, het
zijn, ik ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten