vrijdag 29 juni 2018

Aan de oever


Vandaag was het plein weer leeg. De kermis had de stad weer verlaten. En de koetsjes ratelden niet meer hun rondjes over de keien. De fonteinen klaterden nog wel. De leegte strekte zich weer uit - voor even. De middag was bijna voorbij, de schaduwen waren super lang in de parken die er tiptop gesnoeid en geknipt bij lagen. En mijn stemming was terneergeslagen, nee, beslist niet vrolijk. Maar misschien kwam het daardoor wel, dat ik daardoor gegrepen werd. Dat het me niet onberoerd liet. Dat er van mij iets verwacht werd. Ik houd mij afstand niet langer word door de omgeving opgenomen, lijkt wel. Ik ging naar de rivier, zocht de hoogste plek daar, de zon ging onder, ik  klapte mijn stoeltje uit, haalde mijn cello uit het foedraal - en speelde. Ik haalde de stok over de snaren en wist dat mijn verleden niet netjes op alfabet lag. En mijn toekomst waarschijnlijk ook niet. Ik zat daar. Nu. Aan de rivier. Met de muziek. In de omgeving. En het is met aarzeling dat ik het zeg, maar ik voelde mij in het moment. Eindelijk gearriveerd, eindelijk aangekomen. Er was geen publiek. Er waren geen zoemende spamberichten. Ik keek niet, ik deed mijn ogen dicht en ik boog me over de cello en streek en streek en streek.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten