dinsdag 6 maart 2018

Op stille zomeravonden



Op stille zomeravonden sloegen wij tot het donker werd, de shuttles zo hoog als we konden met onze badmintonrackets, zodat de vleermuizen er elke keer weer op doken. Daar denk ik nu aan. Er is een kelder in mijn hoofd, volgestouwd met herinneringen. Hier in de separeer heb ik niks. Er is niks. En dan denk ik aan die vleermuizen op die zomeravonden. Er is hier de totale afwezigheid van prikkels. Er is niks. En dat is de bedoeling. Ik maak de prikkels dan zelf wel. Ik doe een rollenspel, stemmetjes, alles, met die twee kartonnen hoedjes. In mijn witte lange hemd zie ik er toch al erg theatraal uit. Ik heb hier totaal geen tijdsbesef. Er hangt hier een klok, de wijzers staan steeds anders. Slapen doe ik hier niet. In mijn hoofd werk ik aan een requiem, langzaam, gedragen. Ik repeteer elke keer want alles onthouden is lastig. Ik dans er een beetje bij. Daarnaast ga ik dus herinneringen af. Mijn vader kom ik daarbij nooit tegen, wat vreemd is, want je zou toch denken: zo’n man spookt wat rond in kwade dromen. Vroeger lag de wereld aan mijn voeten, maar dat pakte toch anders uit dan ik me voorgesteld had. Met de begeleiding hier wissel ik liever geen woord, hou m’n mond dicht. Ik heb een krijtje gekregen. Ze denken dus dat ik weer bij zinnen ben. Maar ik krijt niks, ik onthoud het liever, ik kijk wel uit: ik heb hier toegang tot het collectieve onderbewustzijn en de existentiële vragen. Ik krijg hier openbaringen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. En ik heb inzichten. Ik weet nog dat we naar een tentoonstelling gingen – die nog niet geopend was. Toen gingen we dus niet. En dat ik toen maar de gordijnen in brand stak omdat ik dacht dat dat kunst was. Ja, er woedt een stilte in mij. Ik krijg het benauwd. Ik tik, ik tik op de deur, er is geen klink, ik heb geen inlogcode meer. Het is hier wit en stil.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten