vrijdag 2 juni 2017

En ik dacht aan een liefde van vroeger





Ik lag op het gras, ’s nachts,
alleen, en keek naar boven.
Ik zag de onzichtbare zwarte gaten.
Ze waren ontelbaar, het wemelde ervan,
Ze draaiden om elkaar heen, ze botsten
na jaren cirkelen, in een dolgedraaide finale,
op elkaar. Als in een bizarre danse macabre
In al die onmetelijke uitgestrektheid,
wisten ze mekaar te vinden.
Daarna smelten ze samen
tot een zwaarder zwart gat.
Samen tot in de eeuwigheid.
En ik lag op het gras, ’s nachts,
en dacht aan een liefde van vroeger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten