zondag 9 april 2017

Liefs, zo heet dat toch?



Je had die zomer een onrust in je  
je pakte je spullen, compact, en reisde ver
naar het zuiden. Toen je aankwam waar je wezen wilde,
volgens het kaartje dat je je was toegestopt:
hier moet je zijn, bij het kruisje, dronk je thee
uit een jampotglas met een Vietnamese.
Je was qua, uitrusting en houding, niet echt voorbereid
Op deze reis. Je had blaren op je voeten.
Later lichtte aan de hemel. De donder weerkaatste
tussen de bergen. Je was ook niks gewend. Je haastte je  terug.
Het onweer achtervolgde je in de richting waarvan je gekomen was.
Je begon er haast wat van te denken.
Je had zulke hoge verwachtingen van die reis die je ondernam.
Je zou dit, je zou dat. Mensen zou je ontmoeten. Inzichten
zouden zich aan je voordoen. Je zou wijzer worden.
Deze reis, deze uitvlucht, want dat was het toch,
leverde je niet veel op, je fantaseerde er maar wat op los.
Als je thuis was ging je toch gelijk weer weg,
Naar het Noorden dit keer, tot boven de Poolcirkel.
Dat was een hele reis. De reis is belangrijker dan de bestemming,
right, maar dit was overdreven, het stond niet in verhouding tot elkaar.
Je was alleen en verstuurde een ansicht,
naar haar, je had haar niet gemist, met liefs erop,
liefs, zo heet dat toch?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten