Er stonden drie superhelden op straat,
Wachtend op de vuilniswagen.
Hun rol was uitgespeeld.
Ze leken te berusten in hun lot,
Hun positie in het huis was overgenomen,
het was hun tijd om te gaan.
Ze hadden heldendaden verricht;
Ze hadden gevlogen, van het dakraam tot de tuin.
Ze hadden de nacht In de regenton doorgebracht.
De hond had op hen gekauwd.
De glans was er wel een beetje af.
In de verte naderde de vuilniswagen,
Ze konden het gekraak en gegrom
al horen. Roerloos stonden de superhelden
op straat wachten de op de vuilniswagen;
superhelden hebben geen vader of moeder
die hen komt redden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten