Ik pak mijn tas, mijn nette pak gaat mee.
In
de krant is je naam zwart omrand,
en
ik ben klaar voor het laatst tabee.
Je
graf, dat was dus in het buitenland.
Je
afstand behoud je ook na je dood.
Ik
hap naar adem, rouw omklemt mijn keel.
Je
verleden blijkt een wreed reisgenoot,
ik
maal, is gelijkenis mijn erfdeel?
Abba,
Vader, Abba, Vader, Abba,
maar
mijn gebed wordt in zwijgen gesmoord.
Misschien
reis ik nu mijn lot achterna.
Waar
is nu mijn tekst, waar is nu jouw woord?
Kijk,
de weg is krom, de weg is recht,
jij
was mijn vader, ik was ooit jouw zoon,
maar
nooit kwamen we bij elkaar terecht.
Jouw
graf blijkt van een onbekend persoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten