zondag 19 februari 2017

Mensen

Heb u oud ijzer
Kan u het op de aanhanger gooien
of andere metaal en
wasmachiene
Geen gestolen goederen
Bij voorbeeld onderdelen fiets

Dank u wel

 (readymade)



S.T.A.P. hardlooptraining


Als het weer lang duurt, het hardlopen,
als ik weer in mijn uiterste beland,
als het te ver lijkt, niet vol te houden,
als ik het weer even moeilijk  krijg,
als het aankomt op doorzetten,
in de kou, ver van huis beland,
dan denk ik aan Hassan en Bert,
de atletiektrainers op Valkenhuizen
waar ik mijn trainingsrondjes liep.
“Michiel, neem je armen mee”,
hoorde ik dan van de zijkant.
En verdomd, als ik er nu doorheen zit,
als het zwaar wordt, als het nog ver is,
dan zeg ik tegen mezelf,
‘kom op, Michiel, vooruit,
neem je armen mee.’

woensdag 15 februari 2017

Op reportage



Ik hou mijn pen als een microfoon, dicht bij de chaos en ongevormdheid  en probeer er dan iets van te maken. Is mijn waarneming betrouwbaar? Dat moet blijken. Heb ik, hou ik, voldoende distantie tot het onderwerp? Vanaf welk standpunt bekijk ik de zaak? Hebben we het uiteindelijk, na het schiften, over hetzelfde? Het licht is niet altijd goed, soms staan er mensen in de weg. Er zijn feiten bij die elkaar weerspreken, zie ik nu al. Het is een verbrokkeld geheel, er is gewoon te veel. Ik moet schrappen, keuzes maken. Ik noteer de aanknopingspunten, ik luister naar iemand die raaskalt. Ik ben nu live, zeg ik tegen niemand in het bijzonder. De reportage loopt continu door. Ik stapel beelden.  Ik moet zorgen voor een kop en voor een staart. En voor afwisseling daar tussenin. Er is een andere wereld, vast, maar ik geloof daar niet in. Dit is geen plek voor een watje, hier knallen grote woorden. Maar hoedanook, vanavond wel naar huis, de hond moet er nog uit.

maandag 13 februari 2017

Laatste reis




Ik pak mijn tas, mijn nette pak gaat mee.
In de krant is je naam zwart omrand,
en ik ben klaar voor het laatst tabee.
Je graf, dat was dus in het buitenland.

Je afstand behoud je ook na je dood.
Ik hap naar adem, rouw omklemt mijn keel.
Je verleden blijkt een wreed reisgenoot,
ik maal, is gelijkenis mijn erfdeel?

Abba, Vader, Abba, Vader, Abba,
maar mijn gebed wordt in zwijgen gesmoord.
Misschien reis ik nu mijn lot achterna.
Waar is nu mijn tekst, waar is nu jouw woord?

Kijk, de weg is krom, de weg is recht,
jij was mijn vader, ik was ooit jouw zoon,
maar nooit kwamen we bij elkaar terecht.
Jouw graf blijkt van een onbekend persoon.

donderdag 9 februari 2017

Geketende rollator

 

Ik heb veel gezien, ik ben echt wel wat gewend,
maar een rollator, eenzaam buiten geparkeerd,
bruut vastgeketend aan de leuning van de trap,
in een donker hoekje, tussen het zwerfafval,
net achter het café waar het naar urine ruikt,
nee, dat dat wens je zelf een valse hond niet toe.

Die rollator, zie hem daar staan, moederziel,
de modder nog gekoekt aan zijn wielen.
De rollator, met een laagje sneeuw bedekt,
trouw wachtend op z’n baasje dat veilig binnen is,
bij het licht, de warmte, het tapijt en de gladde
parketvloer waar het zo fijn over rijden was.
Maar naar binnen mocht hij niet meer
hem wachtte hier de koude, bittere nacht
op de bonkige kasseien, helemaal alleen,
aan de ketting. Ach rollatortje,
goede nacht en slaap zacht.

(voor Herman P. M.)