Naar de expositie ‘het sublieme’ geweest.
Gaaf,
dacht ik nog, het sublieme,
niet
dat benauwde, die eeuwige middelmaat,
die
kenden we nou wel, maar het sublieme,
wat
wil je nog meer.
De
curator leidde de boel in.
Verklaarde
zijn liefde voor het schilderij.
Die
expressie! Die kleuren! Dat sublieme!
Kijk
dan hoe dat water overgaat in
die
zinderende, vlammende lucht.
En
kijk dan, hoe die verf schuimt
en
onstuimig kolkt. Kijk dan hoe wind,
water,
wolken en verf met elkaar,
lijken
te versmelten. Zie die onbeheersbaarheid,
zie
hoe de natuur de macht over neemt.
Dus
ik kijken, m’n neus er bovenop.
Ik
zag de verfstreken, ik stond daar,
en
wachtte tot ik het sublieme zag.
Het
was een zee-tafereel: bootje in de zee.
Als
je goed keek tenminste,
dan
zag je dat bootje. Ik zag het niet.
ik
zag de boel in de hens staan.
Ik
zag geen bootje in nood.
Ik
zag geen su-bli-mi-iteit,
ik
zag een moddersloot,
ik
zag een grauwe lucht.
Mij
ontging iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten