Ik
heb een herinnering, er is een foto van.
Ik
loop met mijn vader op een landweg,
we
hadden toen een hond en een Volvo katterug.
Ik
heb een indianentooi. Mijn moeder draagt
een
hippe jurk en lijkt op een filmster uit de sixties.
De
foto is verkleurd en heeft een kartelrand.
Ik
snij mezelf vandaag aan de foto,
ik
bloed en voel een vertrouwde pijn.
Mijn
moeder is het verleden vergeten,
en
mijn vader komt niet meer op foto’s voor.
Ik
heb een herinnering, maar die is gekleurd.
Er
is een landweg waar een hond eindeloos holt.
Er
glanst een rode ronde Volvo, er stapt een filmster uit.
Een
man loopt met een jongetje in indianenpak.
Er
klinkt gelach, er wordt gezwaaid naar de fotograaf.