donderdag 3 september 2015

Passant



Ze kwam altijd langs je huis gelopen
je kende haar jarenlang enkel en profile.
Ze passeerde je huis, een keer heen,
en later op de dag terug.
Je kende haar gang, je wist hoe ze bewoog,
en welke jas ze ’s winters droeg.
Ze had een man een hond,
soms zag je ze samen,
maar meestal was alleen,
met haar gebogen gang en sigaret.
Ze lachte nooit, misschien was daar een reden voor.
Ze kreeg een kind, later nog een.
Je zag de kinderwagen, de buggy en de bolderkar
dagelijks twee keer langs je raam voorbijgaan.
En zij, met gebogen hoofd trekkend aan die sigaret.
De hond ging dood en was vervangen
door een nieuw en jonger exemplaar.
De kinderen werden groot en liepen zelf,
hadden hun eigen fiets, de bolderkar
heb je nooit meer teruggezien.
Nu loopt zij daar alleen met die hond,
gebogen hoofd en haar eeuwige sigaret. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten