vrijdag 23 januari 2015

Affiche Archeologie

Dagelijks passeer ik het bord waarop men affiches plakt.
Wat ik zie verschilt per keer, affiche wordt over affiche geplakt.
Het bord wordt wel steeds dikker mettertijd:
manifestaties, popconcerten en dance-events.
Ze kondigen aan: vertier, vermaak en vrolijkheid. 

Het papiergewicht neemt toe, de randen en hoeken krullen om,
de lijm laat het verleden los, langzaam wordt de tijd afgepeld,
en laag voor laag wordt blootgelegd. Regen en sneeuw
krijgen steeds meer vat krijgen op het papier:
en weer wordt er een vorig jaar onthuld.
Het papier op het aanplakbod hangt er nu in flarden bij.  

De jaren van voorheen zijn verbleekt. Ik zoek een herinnering,
maar het doorweekte papier biedt geen houvast.
Een scheur biedt me een doorkijkje naar een vroeger zomer.
Een halve tekst en een verbleekte foto waar ik een flard van zie.
Niks beklijft hier, alles wordt tot pulp.
En ergens tussen deze papiermoes en het hout van
het aanplakbord zoek ik tevergeefs naar: u bevond zich hier.
 

dinsdag 20 januari 2015

Geachte heer Malevich,

Geachte heer Malevich. Van de week heb ik uw oeuvre bekeken op het internet, op uw eigen site. Wat wrang, of knap lullig eigenlijk, dat uitgerekend u, een avant-gardist, zo'n brakke site heeft. Traag. Verouderd. Slechte navigatie. Ziet er niet uit. Ouwe meuk. Maar al uw werk staat daar. U bent niet vergeten. Had u in het NU willen leven meneer Malevich? Ik vroeg het me af. In de jaren zestig, zeventig, of tachtig, toen de kunst nog steeds modern was? Alles kon toen nog steeds als NIEUW verkocht worden. Totdat die conceptuelen begonnen te zieken. Van u bevallen mij die schilderijen met dat kruis erop. Toen u in het Suprematisme was. Olieverf op linnen. Het ziet er zo aanstekelijk maakbaar uit. Ik zou zo naar mijn penseel grijpen. En ja, ik had andersom best in uw tijd willen leven - even dan.

Maar die Zwarte Vierkanten mag u houden. Die iconen? In de 21ste eeuw staan er nog steeds mensen ze spiritueel in aanbidding te ondergaan. In het dorp dat mijn jeugd heeft opgezogen, was er ook een Zwarte Gat. En dat was niet goed. Dat had een slechte naam - of eigenlijk een goeie naam, maar een slechte reputatie: Het Zwarte Gat, turfstreek, ingeklemd tussen de arme zandgronden met de magere dennenbomen, het kanaal, de Blokwegen en de Kolemieten. Het Zwarte Gat. Broedplaats van drinkebroers, messentrekkers en turfstekers. Bij het café aan het kanaal verdronken ze hun centen. En in het donkere kanaal verdronken ze zelf - als ze het duister inzagen.

Niet voor niks en zeker niet toevallig dat uw werk nu hangt in Assen. Dat ligt in Drenthe. En Drenthe heeft toch altijd iets onbenoembaars. Heeft u dat boek van Peter Middendorp al gelezen? Geeft een beeld. Zoveel verschilt het allemaal (Rusland, Drenthe) niet in plaats en tijd en personages.

Suprematist was u dus. Klinkt goed natuurlijk, maar was evengoed aanstellerij. Eén uit het rijtje van al die ismes. Hou op schei uit. Hoe geloofwaardig wil je blijven, ismist? Kunstenaars moeten kunst maken, schilderen en geen praatjes verkopen. Brood op de plank. Breek me de bek niet open. Hier in Deventer, aan de Hoevelmansweg, heeft zo'n kunstenaar (op verzoek, godbetert, op verzoek!) de ruïne van de steenfabriek verkloot meneer Malevich, verkloot, ik kan het niet anders zeggen. Ja, geruïneerd kan ik zeggen, maar dat is niet de toon. En dan het praatje waarmee hij dat probeert te verkopen... daar lusten zelfs de Russische honden geen brood van. Ja, Rusland, je houdt ervan en je keert het 't liefst de rug toe.

Meneer Malevich, ikzelf zie elke nacht het Zwarte Vierkant ingekaderd door kozijnen. Ik ken het holst, ik ken het diepste zwart. En ik ken het kanaal. En ik ken wat Russische schrijvers. De meesten zijn al een tijdje dood trouwens, Gogol, Poesjkin. En het boek van de Drent Peter Middendorp ken ik. En weet u ook, meneer Malevich, dat men in sommige delen van Drenthe niet spreekt van lucht maar van locht. En locht is een ander woord voor gat, wat weer verwijst naar het oneindige zwart boven ons. Maar uw tentoonstelling is hier vooral figuratief.

Jammer, want uw kracht lag niet in het schilderen van personen. Het is allemaal bij elkaar houterig, anatomisch een zooitje, een niet kloppend rommeltje. Kunsthistorisch misschien wel interessant, maar niet erg levendig. Maar, kun je een eind mee komen, blijkt maar weer. Weet u, ik kom uw werk 'ns bekijken in Sint Petersburg, dat lijkt me een goed plan, afgesproken. Tot dan. En ik wens uw werken een goede terugreis.

 Met vriendelijke groet,

Michiel van Hunenstijn

 

woensdag 14 januari 2015

Tjilp

Hij had de nieuwste van Will Oldham gekocht
en had 'm al vaak beluisterd. Hij vond de plaat
over het geheel gaaf, de zang geweldig,
de songs goed, de muziek vertrouwd, maar het mooist
vond hij toch die geluidjes die eigenlijk per ongeluk
op de plaat terecht waren gekomen: die geluiden
die ontstaan als er van akkoord veranderd werd.
Als de vingers van de gitarist zich over de snaren
verplaatsten. Dan hoorde je de snaren even zwiepen,
ruisen, piepen, tjilpen - hoe noem je het. Het was
geen muziek, dat onbedoeld geluidseffect,
die schaafkrullen van de muziek. Het was alsof je
door een barstje achter de coulissen,
naar het hart van de song kijken kon.
Hij vroeg zich af of hij dit beeld ook kon
transponeren naar het dagelijks leven.
Dat hij er een passende metafoor
van kon maken. Voor een gedicht bijvoorbeeld.
Hij puzzelde. Hij kwam er niet uit.
 

dinsdag 6 januari 2015

Banden Direkt

Reed ik over de A50 en dacht ineens:
ik moet m'n moeder bellen.
Ik dacht: waar komt die behoefte nou
ineens vandaan? Toen zag ik het.
Voor me reed een bestelbusje
met achterop de tekst:
Banden Direkt.

zaterdag 3 januari 2015

Kerkgang

De kerk is weg en ook de pastorie. Er was een dorpshart bedacht,
er moest een doorgang en een winkelcentrum gebouwd:
vooruitgang. En ook het Postkantoor en de Christelijke Nationale School
("hup cee en es, Julianastraat zes!" klonk bij sportwedstrijden
 jullie yell) moesten plat. Niets meer dat aan de plek herinnert,  
zelfs de kastanjes waren weg. Je denkt: wie weet hadden ze
ook nog het liefst het kanaal gedempt. Maar je weet nog hoe het toen
's zondags was. Je zag de koster met z'n rooie kop, en z'n
brede gebaren, je nam plaats op een bank vooraan
of halverwege het midden, tussen je vader, je moeder
je broers en je zus: een kwart rij bij mekaar. De dienst en de preek
waren aan jou niet besteed, je keek naar de grond en naar boven,
waar een constructie van metalen buizen het kerkdak hoog
op z'n plaats hield. Zo God het wilde natuurlijk.
En je telden de pijpen van het orgel, zo symmetrisch als tie leek,
was tie niet. Over een paar jaar zou je op de galerij zitten,
tussen de opgeschoten jeugd. En kerfde je k u t  in de kerkbank.
En porde je degene die naast je zat: rumoer! Tot de dominee jullie,
vanaf de kansel, vermaande met zijn vertoornde blik.
De collectezakjes kwamen langs, je verwisselde de je toegestopte
gulden voor een stuiver: dat had je toch mooi binnen. 

donderdag 1 januari 2015

Er stonden 6 flesjes bier op het balkon

Er stonden 6 flesjes bier in de regen op het balkon.
Ze stonden er de hele nacht, tegen elkaar,
in de regen, de kou en de wind op het balkon.
Toen begon het te sneeuwen en stonden ze
daar met een witte jas en een witte hoed,
te kleumen, buiten in de kou. 

Een vriend kwam langs, we keken door
het raam de situatie aan. We moesten iets,
we voelden een drang, we wilden tot aktie overgaan.
We hebben toen de flesjes in huis genomen,
alle zes en verdeeld onder ons twee.
We keken elkaar tevreden aan:
we hadden zes bierflesjes gered. 

Er stonden nu zes lege bierflesjes
in de regen en kou op het balkon.