Je zat
naast een dame. Ze had je normaal en verzorgd geleken,
je had een
snelle check gedaan; schoenen,
daaraan zag je het toch vaak het eerst,
tanden, natuurlijk wit en regelmatig, sporen van
daaraan zag je het toch vaak het eerst,
tanden, natuurlijk wit en regelmatig, sporen van
recent
kappersbezoek, vingers zonder nicotinevlekken,
ze had een
brede vocabulaire sprak zonder merkbaar accent,
en ze een
vaste hand die haar bestek en glas beroerde.
Jullie
hadden het over het weer, de kaart van het restaurant,
stadswandelingen,
zorgen over ouderwordende ouders,
streken van
politici in het algemeen en de premier in het bijzonder.
Kortom,
niets bijzonders, niks aan de hand. Begint ze ineens,
out of the
blue, over chemtrails, en of ik wel
wist hoe link
die dingen
waren, en wie -complot!- er achter zaten.
Je werpt
wat tegen, je bent wat verbijsterd, chemtrails, wtf.
Argumenten, concludeer je, gaan hier niet werken.
Je grijnst
wat ongemakkelijk, je denkt: hoe kom ik hier weg?
Je wenkt de
ober: je slaat het dessert hier maar 'ns over.