maandag 19 mei 2014

Wasstraat

Je werkte in het weekend bij het tankstation.
Er was ook een wasstraat. Daar was je graag.
Je stapte in je auto en reed in de loze uren
die wereld in. Je hield van het geraas en
de geur van zeep. Je sloot je ogen.
De borstels maakten zich los van hun plaats
en sloten je op. Ze striemden, ze geselden het vuil.
Ze dansten, ze draaiden als Derwisjen
rondjes tegen je auto, als een vreemd soort
waterballet. Er was schuim, je dacht aan de zee en storm.
Het zicht was beperkt, je wereld nu afgesloten
en verduisterd. Het water stroomde langs de ruiten.
Je voelde je geborgen hier onder water.
De luchtstroom stond onzichtbaar klaar.
Achter de lamellen wist je al het licht. Ze wezen
als dwingende vingers tegen de ruiten.
Je kreeg een laatste zetje, het bad was
voorbij, de wereld diende zich weer aan,
alsook het besef gewoon weer
pompbediende te zijn gebleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten