Denk ik aan Venetië, dan ruik
ik de Vaporettto’s
die de terrassen langs de
kades bedwelmen met
hun dieseldampen. Dan zie ik
de jatten in het gedrang
ongemerkt de ritsen openen en
grissen, bagage bezoedelen
en nemen wat niet van hen is.
Denk ik aan Venetië
dan zie ik de obers op het
San Marcoplein in hun
witte overhemden op
rubberlaarzen, plenzend
door de plassen, hun drankjes
serveren, voor woekerprijzen.
Denk ik aan Venetië, dan loop ik door die straat waar dertig
restaurants dertig keer dezelfde kaart hebben.
O Venetië, de tijd gaat
komen, de zee likt al begerig aan je kades,
maar wil ook je hart, je karkas, dat jij
verzwolgen gaat worden,
tot op de bodem en dat het water zich dan boven je sluit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten