Dat er, heel toevallig, het
kan altijd natuurlijk, een stadsdichter is,
in een
stad, die van zijn, of haar, relatie af wil -
vooruit,
dichters zijn ook mensen,
toch?
Maar dat er die d r i e stadsdichters
zijn,
uit dezelfde stad, ook nog
een keer, die uit mekaar willen,
op hetzelfde
tijdstip? Nee, dat doet de poëzie geen
goed.
Want, wat is dit? Dichters behoren toch te weten van romantiek, eeuwige liefde, gevoelens en weet ik wat? En dan, wat een zwaktebod is dit dan: we gaan uit elkaar: er is een ander, ze lijkt, pijnlijk genoeg, sorry, op jou.
Wat gaat hier vanuit? Welk
signaal wordt hier gegeven? En wat betekent het voor de andere dichters
in die stad? Moet hun lief
voor de relatie
vrezen? Komen er nare gedichten van?
Maar mijn lief hoeft niet te
vrezen (godverhoede ben ik geen stadsdichter) en weet poëzie en het echte leven prima
uit elkaar te houden: voor altijd blijf ik bij haar.