vrijdag 29 december 2023

De pleister

Ik had me die nacht tijdens het oprapen van een gebroken glas, aardig gesneden in mijn vinger, de wond bloedde, dus plakte ik er een pleister op. Tegen een uur of vijf, ’s ochtends dus, ging ik naar de keuken om me bezig te houden met het op het buffet zetten van het ontbijt voor de 130 hotelgasten.

De anderhalf uur daarna was ik bezig met broodjes, salades, worstjes, tomaat, komkommer, pancakes, spek, diverse schalen met fruit, kwark en yoghurt, roerei. Dus ik klopte, schonk, sneed, kookte, klutste, bakte, husselde me door alle producten heen tot het hele ontbijtbuffet op z’n plek stond. Netjes op tijd klaar. Laat de eerste gasten maar komen, dacht ik, terwijl ik een kopje koffie voor mezelf inschonk en daarbij mijn vinger zag, zonder pleister: waar is de pleister.

Ik zette direct mijn kopje neer, en zocht gelijk gejaagd het buffet af: waar is de pleister, ik zag ‘m nergens, waar kan die zich ophouden. Ik checkte het buffet nog een keer, geen pleister, en sloop toen voorzichtig weg toen de zaal zich vulde met gasten.

En ik wachtte. Ik wachtte op een harde vloek, een kreet van ontzetting, een gil, tumult, een verontwaardigde gast voor mijn neus: ’Wat heeft dit te betekenen, leg dit maar ‘ns uit, mijn geld terug, gek.’ En ik bereidde me voor op een preek, een uitbrander van de manager. Ik zag mijn bebloede  pleister al naast het worstje/pancake/roerei op het ontbijtbordje van de gast liggen. Ik zag mijn ontslagbrief al voor me liggen, naast die flauwgevallen gast. Dit was het dan.

Maar, er gebeurde niets. Er klonk geen kreet, geen vloek, geen gil van ontzetting. Er was helemaal niets aan de hand met het ontbijt die ochtend. Maar ik denk nog altijd: waar is die pleister toen gebleven?

 

 

donderdag 21 december 2023

Perfect Days, Wim Wenders

Volgens de een was de film teder en poëtisch in de beste zin van het woord. En ik sla dan gelijk aan het denken: kan een film poëtisch zijn. In de beste zin nog wel, van het woord, of moest dat toch niet andersom zijn: in het beste woord van de zin. Ach, ja, poëzie wordt overal bijgesleept als men het even niet weet. Als je geen idee hebt wat er met de beelden bedoeld wordt, zit je met poëtisch altijd goed. Net als ontroering. En in deze film werden er zelfs diepe lagen (niveaus) van ontroering aangeboord of geraakt. De geëxalteerde geest of de gemakzuchtige criticus die wil behagen. Getver. Als zelfs het schoonmaken van toiletten als ‘spiritueel’ gezien wordt, of als ‘mindfulness’ en ‘meditatief’, wee, wee, wee. Wim Wenders (‘de meester van het stille verhaal’) kan natuurlijk een aardig potje filmen,
maar voor aanstellerij ben ik allergisch, ’woorden schieten tekort’, las ik ergens, vond ik ook wel een goeie. En dat de film ‘de kijker een spiegel voorhoudt en hem/haar dwingt (kuch, toe maar, nou nou) vragen te stellen over zijn/haar eigen leven'. We zouden, als kijker, zelfs de pijn en het verdriet van het hoofdpersonage kunnen voelen. Tussen al die verbazingwekkende schoonheid in natuurlijk.
Als je volledig in het hier en nu leert leven, dan is er geen routine meer’, werft en ronkt de tekst op de filmhuisflyer.

Vond ik het helemaal geen goeie film dan? Voor zo’n lange zit, was tie redelijk onderhoudend. Als je houdt van sterke dialogen, actie, spanning, achtervolgingen, suspense, drama en romantiek, dan is dit waarschijnlijk niet jouw film. Heb je geduld, en een welwillende geest, en ben je geneigd  een serie zwakke scenes in de film voor lief te nemen (‘Ah, schattig toch, twee ouwe kerels die schaduwtikkertje met elkaar gaan doen, en ze kennen elkaar geeneens’) dan heb je een aardige avond. En Tokio werd aardig in beeld gebracht: als ik ooit daar ben, zal ik zeker die tweedehands platen- en cassettebandjeszaak opzoeken.

Gisteren werd bekend gemaakt dat Astrid Lampe de P.C. Hooftprijs voor haar poëzie had gekregen. En zoals de gedichten in ‘Spuit je ralkleur’, poëzie zijn, zo is Perfect Days van Wim Wenders poëtisch.

zondag 17 december 2023

Nieuwe code

Toen je onlangs een nieuwe telefoon kocht,
(en dus de boel moest overzetten van de oude),
heb je veel appjes gewist – per ongeluk. Al die
dialogen, filmpjes, muziekjes, foto’s, linkjes: gewist.
Alles, werk en privé, drama, venijnige appjes en
bewerkte appjes die wel lachen waren. Je had
snel weer een geinige profielfoto. Maar, je
had geen archief meer, alleen maar heden.
De e-boeken, waar waren die? Je had
er drie (waarvan twee dichtbundels). Bovendien
moest je een nieuw wachtwoord. En hoe stopte je
die nieuwe ringtone? Er was verbinding rondom je,
en gedoe, er kwamen berichten binnen, alles moest
opnieuw geordend in de leegte die zich opnieuw vulde.
Je nieuwe telefoon werd, kortom, snel je oude.

 

 

zaterdag 9 december 2023

Morgen zie je je moeder weer

Morgen zie je je moeder weer. Misschien moet je vast gaan aftellen tot de laatste ontmoeting met haar. Wat moet er nog gezegd en gevraagd? Ligt er nog iets open? Is er iets dat nog af moet? Die gedachten dringen zich nu op, het is allemaal niet meer zo vrijblijvend als vroeger. Toen stapje je op de fiets. Je meldde je komstvan te voren niet eens aan, welkom was je immers altijd: je wist de weg, je had de sleutel, nee, die had je niet eens: de deur was altijd open. Alles ging vanzelf. Er was een patroon waar je in paste, een ruimte die vanzelfsprekend was. Je stuurde je fiets de tuin in, en zette ‘m in de schuur. En dan was er je moeder. Een vanzelfsprekendheid. Haar huis, maar jouw thuis, nog steeds. Waar hadden jullie het altijd over? Je informeerde altijd naar de toestand van het dorp: wie was er dood, welk gebouw was er nu weer gesloopt, en welke nieuwe winkel was er? En welke boeken had ze nu in huis van de bibliotheek?

Maar nu: je kondigt je komst aan bij de verzorging. Tijd en naam worden genoteerd. Je moeder is verrast, of heeft geen idee. De middag verstrijkt. Iets van vroeger moet er toch nog wel zijn. Je zit naast haar en leest een gedicht voor. En nog een. De respons is de ene keer adequater dan de andere. Je moeder is dichtbij, ze kijkt mee in de bundel, ze is dichtbij, maar jij bent een vreemde meneer.

 

vrijdag 8 december 2023

If I must die - gedicht van Refaat Alareer

If I must die,
you must live
to tell my story
to sell my things
to buy a piece of cloth
and some strings,
(make it white with a long tail)
so that a child, somewhere in Gaza
while looking heaven in the eye
awaiting his dad who left in a blaze—
and bid no one farewell
not even to his flesh
not even to himself—
sees the kite, my kite you made, flying up
above
and thinks for a moment an angel is there
bringing back love
If I must die
let it bring hope
let it be a tale.

-Refaat Alareer-

zondag 3 december 2023

Gek

Stond je daar, midden op straat,
je trui omhooggetrokken, schaamte had
je niet, luizen wel: je plette ze tussen
je nagels, midden in het dorp, het
maakte je niets uit, je was het kwijt.

Eerder zocht je het cadeau dat je
had willen geven, maar je was het kwijt.
Je zocht je bril en de uitgang, maar
je opende de verkeerde deur.
je zocht je moeder, je vader, maar
je vroeger was niet hier.

Wat was je wachtwoord, je was het kwijt.
Je was alleen, verlaten, je wist het niet meer.
De schemering viel vroeg in. Het licht
werd vaal, je hoorde de stem van God:
Had je dan liever dat ik niet bestond?’