Je hebt de loodgieter gebeld.
Zoals het ging, ging het niet meer: de afvoer
was verstopt, hij liep niet
meer. Het water stroomde niet maar stond stil.
Je had gepord, geplopt, een
fles bijtende bruis laten verdwijnen in het putje,
maar geborrel bleef uit, geen
draaikolkje. De loodgieter kwam. Nam buiten
nog een haal van zijn
sigaret, wierp de peuk weg en stapte naar binnen.
Hij keek, hij draaide, hij
klopte, hij mat, liet de kraan lopen, draaide de sifon
los, schroefde de zwanenhals
uiteen, en liet de dichtgeslibde binnenkant zien.
het vuil en vet van jaren had
zich hier opgehoopt, had zich gekleefd aan
de buis en het water
belemmerd. De archeologie van maaltijden, vuil
vaatwerk, afwasstapelingen,
aangekoekte schalen en pannen trokken
voorbij in je herinnering.
Dit was nou het resultaat van jaren boenen.
De loodgieter was al
verdwenen in het keukenkastje. De veer draaide zich
grommend een weg in de buizen.
Daarna werd de zuiger ingezet. En nog
een geel rioolmachientje ‘dat staat voor 95 euro op de rekening
meneer.’
Daarna werd de buizenboel
weer in elkaar gezet. Een scherpe rioollucht
had zich inmiddels door
keuken en gang verspreid. Je zette een raam open.
Samen met de loodgieter volgde
je het buizenspoor in de kelder, richting riool.
Deze is van de douche, deze
van het toilet – dan moet deze van de keuken zijn.
‘Wordt de buis al warm
meneer?’ Bingo, de buis werd warm. We hadden beet,
deze was van de keuken, het water stroomde en het
probleem was opgelost.
Volgde alleen nog de finale handeling. De
rekening moest opgemaakt en voor
akkoord getekend en betaald. Je haalde je
pinpas en tikte 339 euro af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten