maandag 27 december 2021

Weekendje IJmuiden

Ik ging een weekend naar IJmuiden,
(‘kon je niks leukers bedenken om heen te gaan?
kreeg ik te horen.) IJmuiden doet z’n pr niet goed,
weet ik nu. Want nee, ik zou nu niets leukers weten
dan om een weekend naar IJmuiden te gaan.

Ik had een hotel geboekt waar de tijd in de ontbijtzaal
sinds 1907 stemmig stil had gestaan, Hotel Augusta.
Maar, stap je de deur uit, linksaf richting haven,
passeerde je al het gesloten (op last van de burgemeester)
clubhuis en café van de plaatselijke motorclub.
De sfeer van ruig begon al hier. Er hing nog een vage
zweem van shag en wiet maar motoren ronkten hier
nu even niet. Maar stond daar nou een kinderfietsje
op die lege binnenplaats?

Je liep langs de havenarm naar het visrestaurant
Waar, was dat nou toeval, alleen maar auto’s van
boven de halve ton blinkend geparkeerd stonden.
Het restaurant was in trek en vol, je broodje vis
at je op het terras, uitzicht op het booreiland
dat daar afgemeerd dobberde, naast de wachtruimte
voor de Ferry’s en de visafslag: je was hier in het
kloppend hart van waar je was. Je zag de netten, kranen,
en verderop lag dat cruiseschip veel te hoog te wezen.
En daar was het kantoor van de douane, daar was weer
een kade en daar weer een busje van een
visverwerkingsbedrijf. Je zag de kratten en de bakken
gestapeld, je hoorde de zee, je rook de vis. Je zag
de vissersboten: Katwijk, Hull, Oostende en Exeter.
Je was, ontegenzeggelijk, in IJmuiden.

’s Avonds wilde je vriendin nog nachtopnames maken,
van de rokende hoogovens van Tata Steel, aan de
de overkant van het kanaal. Tata bonkte dag en nacht.
Dus statief opgesteld en stonden jullie daar,
op de winderige en koude kade, muts op,
handschoenen aan. De lichten en de witte
rookwolken fotogeniek in de duisternis aan de overkant.

De volgende dag fietsten jullie tussen het water
en de betonnen schuttingen waarachter
de ovens brandden en de machines stampten.
Over de sluizen sloegen jullie de haken van de haas.

En dit was ooit alles duin, af en toe zag je nog een
zweem daarvan: zand en helmgras. En natuurlijk
de meeuw. Je passeerde het Tataspoor waar de
Tatatrein heen en weer reed. Je bekeek het
Dudok-Hoofdkantoor, je zag de overeenkomst
in stijl met het stadhuis in IJmuiden.

Je zag de kerktoren omringd door de duintoppen,
Je was in Wijk aan Zee beland. Op het strand
zag je de zee, en de windturbines, opgesteld
langs Tata Steel, als ze toch ergens moeten,
dan maar hier, was er vast gedacht. Ook het strand
werd opgeknapt, aangevuld en opgehoogd.
Waarschijnlijk was het morgen beter. Wel was
er dat licht, dat uit de lucht, spatte op het zand.
Je scharrelde met schelpen, krabbetjes en juthout,
Je wilde je eigen spoor, je indruk nalaten, jij was hier.
Je vormde een vorm, een patroon. De vloed zou het
over een paar uur weer meenemen. Dan was jij alweer
weg. Je zag nog het verkeersbord: overstekende

strandhuisjes, of iets dat daarop leek. Je begreep,
het seizoen zat erop, de winterstalling wachtte.
Je zag ze staan, achter de omheining, in het gelid.

Op het strand keek je naar de zon die zakte in de zee.
Eer holden honden langs de vloedlijn. Er was een paard
dat niet door het water durfde. Je zag fietsers, hardlopers,
en uiteraard de kinderen met hun schepjes en emmertjes.
Op de horizon zag je wat schepen dobberen. Je wilde
een souvenir van deze dag. Van deze oneindige
uitgestrektheid. Je raapte een schelp op en een stukje hout,
die liggen nu op je vensterbank. Dat was IJmuiden.

 

zaterdag 18 december 2021

Dirkswoud krijgt een kerncentrale - zoals verschenen op Sargasso

Dirkswoud krijgt een kerncentrale

Dirkswoud krijgt een kerncentrale

Ondanks dat verschillende milieuorganisaties het totaal (‘krankzinnig, volslagen idioot’) onverantwoord noemen, heeft het nieuwe kabinet Rutte IV besloten tot het bouwen van twee nieuwe kernenergiecentrales. Dirkswoud is door het nieuwe kabinet aangewezen als locatie voor de bouw van Centrale ‘De Vaandeldrager’.

 Verslaggever Tom de Vroeg van De Dirkswoudenaer, trof de burgemeester van Dirkswoud, mevrouw Hagemeijer, CDA, die net haar fiets op slot zet aan de Robert Ankerbrug. En zij reageerde niet verrast.

 ‘Ja, Dirkswoud krijgt een kerncentralepark aan de Zuidervaart, daar hadden we al een aantal hectare gereserveerd voor het nieuwe Bedrijvenpark, De Wetering Stroom(t) II, maar Dirkswoud heeft vanaf vandaag andere prioriteiten. Hogerhand heeft gesproken en heeft besloten. Er was oppervlaktewater nodig, liefst stromend. En de Zuidervaart stroomt altijd, als Henk Hogenkamp, de Dijkgraaf, de voorzitter van het Waterschap, en tevens mijn zwager, de sluizen op tijd openzet. Op verjaardagen wordt hij altijd Watergraaf genoemd. Dat is omdat hij niet echt piest in het bier. Een kleine smet op hem is wel dat hij in ’80 op de dijk zat in Dodewaard. Tegen dit, tegen dat, weet u wel. Maar gelukkig is hij veranderd. Wij gaan hier toch voor een centrale van 500 MW per jaar. Op reikwijdte en detailniveau moeten we het nog finetunen, maar we hebben in De Raad alle vertrouwen in een glorende toekomst.’

‘De kerk is wel tegen’, riposteerde Tom de Vroeg. ‘Pastoor Engelbertus de Zeeuw, van de St. Clarakerk, zijn familie is oorspronkelijk uit Borssele, is tegen, fel tegen, onder andere vanwege het opslagprobleem van het radioactieve afval.’

 Wij verwachten wel wat tegenstand uit de behoudende, katholieke hoek, maar als het gaat om CO2 uitstoot, werkzekerheid, het complete isolatieprogramma en de klimaattransitie dan’ – ‘u bedoelt de energietransitie’, onderbrak Tom de Vroeg de burgemeester, ‘ja, excuus, het duizelt mij soms van de nieuwe ontwikkelingen. Maar, met alle respect, van de zondagcollecte kun je het licht naast de vaart niet laten branden. Ik zou haast zeggen: al zijn de missen nog zo vroom, zonder wrijving geen stroom. En dat afvalprobleem? Er is nog helemaal geen afval, dus is er ook nog geen probleem. Maar nu moet ik gaan, want ik moet nog naar Nellie Daas van Fournituren, Kleinvak & Huishoudelijk Gemak, weet u, borduren geeft zo’n rust.’

Achter het raam van Cafe Amperzat hangt een affiche, een oproep voor een voorlichtings- en inspraakavond over de toekomstige vestiging van De Vaandeldrager. Binnen gaan net de lampen een voor en uit. De avondklok geldt ook in Dirkswoud. Vanaf de nok van het dak klinkt de klaaglijke roep van een uil.

Ben Hoogeboom schreef voor sargasso, nurksmagazine en voor zichzelf. Hij had het dorp Dirkswoud bedacht. Hij had de geschiedenis van Dirkswoud bedacht, hij had het dorp een stratenplan gegeven,  een pastoor, markante middenstanders, een voetbalclub – wat je maar kon bedenken. En dat alles in een jaloersmakende, puntgave stijl. En ik hield zo van dat dorp. Van de Noordzijde, de Fourniturenzaak van Nellie Daas. En ik kon er slecht tegen dat met Ben ook Dirkswoud zou verdwijnen. Dus af en toe dwaal ik nog even langs de Noordzijde, de Zuidzijde en breng en bezoek  de St. Clara Kerk.

woensdag 27 oktober 2021

Maaltijdkoerier

Fietste er ooit al een maaltijdbezorger in een gedicht?
Daar fietst er een. Zo’n jonge jongen, mager, hoodie,
met een bult op zijn rug, schouderbanden, helm,
gebogen over het stuur. Ik zie hem nu,
blikje Red Bull in z’n hand, op de hoek bij het plein,
leunend op zijn stuur, wachtend op berichten, op routes.
Wat verdient hij, vijf euro en tachtig cent,
of zeven euro en negentig cent? In de regen,
kijkend naar de algoritmes op de app,
fietsend in de schemering, en dan weer wachten
op de plaats tussen flexibiliteit en geen perspectief.
Laatst zag ik er een met een kinderzitje achterop.

 

maandag 11 oktober 2021

Gierstraat, zondagochtend, Haarlem

Er stond een delivery-maaltijd voor de deur, bezorgd
maar onaangeroerd: twee  papieren zakken
wit, met hengels, met daaraan gehecht de bon.
Kapsalon, Hete Kip, Knoflooksaus, Andalouse,
saus en meer. Keuze uit: Kipgehakt, Rundergehakt
alle groenten, mais, olijven en meer. Ebi Tempura Roll,
8 stuks, Sashami van tonijn en zeebaars, 8 stuks, Rendang.
Extra vegetables, zoet-pikante saus, mosterd en meer.

Er stond een maaltijd in papieren zakken voor die deur
in de Gierstraat. De zakken waren ineengezakt,
de ochtendzon scheen er een morsig licht op.
Er stak een stempelkaart uit, iemand had betaald.
Iemand was dronken geweest, iemand was iets vergeten.
Iemand was brak. Er was aangebeld, maar niet opengedaan.
Er had een hond tegenaan gepiest, dat kon je zien.

 

maandag 27 september 2021

Circulaire Poëzie

We moeten vol inzetten op verduurzaming, ook in de poëzie.
Het roer moet om voor een duurzamer poëzie.
Er moet focus komen op circulariteit.
Geen goedkope rozen meer maar duurzame metaforen:
Plastic rozen vergaan niet.
Geen kortstondige relaties, maar duurzaamheid.
Sowieso geen ivoren torens, ridders mogen wel te paard.
Er moet gezorgd voor biodiversiteit, er moet geen CO2 uitgestoot.
Er moet geen energie verspild, er moet geïsoleerd,
Ook in de sonnetten. Er is geen wegwerppoëzie meer.
Er wordt correct gedicht, geen grappen meer.
Wat rijmt er op ‘transitie’? Wat hoor ik: ‘ambitie’?
De fossiele poëzie zullen wij ter grave dragen,
en juichen bij de geboorte van de natuurinclusieve,
en de klimaatadaptie. De oude economie verklaren
we dood. We streven naar een emisievrije poëzie!
De poëzie moet groen, er moeten sustainable development

goals gekozen worden. Er moet gekozen voor milieuwinst.
De oude fossiel poëzie was ten dode opgeschreven,
uitgeschreven, op, verbrand. Echte poëzie
laat geen footprint na, echte poëzie is afbreekbaar.
Geschrapt materiaal kan en moet hergebruikt.
Echt, we moeten dichten aan een toekomstbestendige wereld,
aan de winst voor het klimaat. Dat we de opwarming
van de aarde tegengaan. Dat we de spiegel van de zee
niet verder laten stijgen. Dat we koersen op de zon,
dat we afval schoner achter laten. Dat we het water,
en het oppervlaktewater niet vervuilen met microplastics.
Dat we zuiver zullen zijn. Dat we innovatief zijn. Dat een gedicht
bijdraagt aan het ecosysteem. We moeten innoveren
met de artificiele intelligentie en machinelearning.
En hergebruik is juist goed. Dicht slimmer, schoner
en met oog op nieuwe toepassingen, denk aan de
lange termijnvisie, het duurzame businesmodel.

Dit worden de nieuwe wederopbouwjaren van de poëzie!

 

dinsdag 21 september 2021

Alzheimer

Ik ben bij mijn moeder op bezoek en we drinken thee.
De radio staat aan, en ik herken Een nummer van Elvis Presley.
‘Mam’, zeg ik, ‘dit is Elvis’.
Mijn moeder wijst met een mengeling van verbazing en verwarring
naar haar theekopje en zegt: ’wat, is dit Elvis?

vrijdag 20 augustus 2021

De Dag Dat Sifan Hassan Goud Won Op De Olympische Spelen

De dag dat Sifan Hassan goud won op de tien kilometer,
ongenaakbaar, niet in te halen, niet te kloppen (ik zag
haar race pas ’s avonds laat, in de hotelkamer in een
bergdorpje waar verder niemand ooit van Sifan Hassan
gehoord had.) De dag dat Sifan Hassan goud won op de
Tien Kilometer, met een fenomenale eindsprint, de finish
lag open voor haar, verwachtte haar – wie anders?
Enfin, die dag dus, fietste ik langs de Rhône, die rivier
Met dat dakje op z’n o, en met die kerncentrales aan haar
oevers.
Het was warm (duh, het is juli in Frankrijk, gast)
cicades tsjirpten, hitte zinderde en trilde boven de velden,
mijn bidons had ik gevuld, mijn petje stond op mijn hoofd,
en ik peddelde naar Montélimar, om met een zakje Nougat
als souvenir terug te keren. Je passeerde een uitgebrand
autowrak. Je had de wind mee, het asfalt was nieuw en vlak.
En ondertussen liep Sifan Hassan zich warm
voor haar Tien Kilometer. Ze knikte haar knieen,
de boog haar rug, ze strekte haar armen, ze draaide
haar nek, ze zwaaide haar armen, ze hupte met haar benen.
Ze keek naar de baan. Ze keek naar haar schoenen.
Ze keek naar het scoreboard. Ze keek naar de lege tribune.
Ze keek naar de camera. Ze keek naar de lucht. Ze keek
Naar haar verleden, ze keek naar haar toekomst. Ze keek
Naar haar zeer nabije toekomst. Ze zag zichzelf in de race.
Ze wist precies hoe het zou gaan.
Jij zat ondertussen op een terras. En je staarde naar een
leeg vel papier, niets aan de hand, dat was je routine, je
ritueel, kopje koffie erbij, beetje om je heen kijken, sfeertje,
zo deed je dat. Pen bij de hand. Maar vandaag kwam er niets.
Je roerde je koffie, je dronk je glas water. Je keek serieus.
Jij bekeek je appjes en je e-mail, want je had wifi op dat terras,
ondertussen liep Sifan Hassan zich warm en was een en al
concentratie. Zij gaf niet om Nougat, zij stoorde zich niet
aan de hitte. Zij gaf, wie weet, wel om literatuur, om poezie,
maar, nu even niet. Haar focus lag nu op de race, de start,
de eerste bocht, haar positie daarna. Haar tactiek.
Het inschatten van haar kansen, haar mogelijkheden.
Wanneer zou ze moeten versnellen, wanneer zou ze haar
alles verzengende eindsprint inzetten? Wanneer zou ze haar
passen verlengen, haar krachtbron aanboren, de finish
met haar ogen dichterbij halen?

 En jij fietste ’s avonds terug langs de Rhône, die rivier
met dat dakje op z’n o, en met die kerncentrales aan haar
oevers. Terug naar je hotel waar je ’s avonds, vanaf je bed,
de gouden race, de Tien Kilometer van Sifan Hassan wilde zien.
Je hoopte op de herhaling, haar machtige passen, de superioriteit.
Je was opgehouden door de eigenaresse van het hotel,
graatmagere dame waarvan de aderen zo dik op haar armen
lagen. Zij kwam erg nerveus en overspannen over, terwijl jij juist
gehaast was om naar de finish te kijken. Je verlangde naar een
koud biertje. En je wilde juichen vanaf het balkon. De warme
Franse zomernacht in. En daar won Sifan Hassan de Olympische
Tien Kilometer. De televisie zette nog een keer de herhaling in:
Sifan zette de achtervolging in, haalde de ene na de andere concurent
in, en daar ging Sifan Hassan nogmaals majestueus de finish over.
Je stond op en ging naar het balkon en daar hief je je glas,
De Dag Dat Sifan Hassan Goud won Op De Olympische Spelen.

 

vrijdag 13 augustus 2021

Vakantie

Daar waar de natuur het mooist is,
daar waar het uitzicht het verst reikt
daar waar het dorpje het idyllischst is

daar waar de zon het roodst ondergaat
daar waar de cicades het fijnst
tsjikketsjikke
daar waar de kinderstemmen
over het beekje schallen
daar waar de vogels het mooist zingen
daar waar de lavendelgeur zindert over de velden
nou, daar is altijd een machine die lawaai maakt.

dinsdag 6 juli 2021

dinsdag 8 juni 2021

Therapie

 'Wat kun je doen om een depressie tegen te gaan?'

     'Uh, voeg toe aan winkelwagen?'

maandag 7 juni 2021

In Memoriam: A. L. Snijders

 De tekst zoals verschenen op sargasso

 

A.L. Snijders is overleden

 Mijn vrouw kwam naar me toe en hield haar telefoon op: ‘A.L. Snijders overleden’ las ik. Dat was wel een heel erg Zeer Kort Verhaal, zijn laatste. In mijn boekenkast staan enkele bundels van A.L. Tien stuks tel ik, en dat is inclusief die drie bandjes ‘Berichten aan een hoofdredacteur’ van uitgeverij Thomas Rap uit de jaren negentig. En op dat ene bandje staat op de rug een zetfout: De taal is en hond, staat er. Dat moet ‘een’ zijn’. Een collectors item, vast. Daar begon het voor mij toen mee.

Ik kende A.L. Snijders van zijn voordrachten. Op de VPRO radio, uit de tijd dat er nog goeie literaire radioprogramma’s waren. Daar droeg hij zijn ZKV’s voor, zijn Zeer Korte Verhalen. Er zijn niet veel schrijvers die dat genre beoefenen. Gelukkig werd A.L. bekender dan alleen voor het publiek van een obscuur radioprogramma. Regelmatig was hij te gast bij het televisieprogramma De Wereld Draait Door. En zijn schrijverschap werd beloond met de Constantijn Huygensprijs voor zijn oeuvre.

Wat zo fijn was aan A.L. Snijders was dat hij zo’n prettige voordrachtstem had. Rustig en met een licht ironisch zweempje er achter. En hij sprak zo duidelijk. Dat maak je wel ‘ns anders mee bij die woordratelaars van tegenwoordig. En als hij zijn ZKV voorlas was dat een volstrekt logische volgorde van zinnen, en toch verrassend. En altijd jaloersmakend precies. 

Mijn vrouw en ik zijn een keer te gast geweest in het huis, de boerderij van A.L. Klein Dochteren, een buurtschap bij Lochem, in de Achterhoek. Dat was in november 2009. Dat weet ik, want bij die gelegenheid schreef hij een opdracht, met datum, in zijn bundel ‘De Mol en andere dierenzkv’s ‘. Ik herinner me vooral dat hij zo’n prettige man was. Hij kon inderdaad goed vertellen. Hij was leraar geweest. Dat had er vast mee te maken. ‘Dus dit is die holle plek in die balk waar precies een lucifersdoosje in past?’ vroeg ik toen we in zijn keuken stonden, want dat feitje had ik onthouden van een radio zkv. ‘O, heb ik dat ooit verteld?’ vroeg hij verrast.

 Ik heb kennelijk, fan als ik was, ook op zaterdag 18 december 2010 een interview uit Trouw geknipt en bewaard tussen de boeken van A.L. Die pagina dwarrelde net naar de grond. Bij het interview, De Tien Geboden, zit een prachtig belichte en bezonken foto van Mark Kohn, die de auteur, en de bedenker, van het zkv recht doet.
Vaarwel A.L.

 

dinsdag 1 juni 2021

Wessel Zuselerstraat

Het was een mooie zomerdag en we
deden een tussen-de-middag-wandeling,
mijn lief en ik. Niets spectaculairs,
gewoon hier door de buurt. Een thuiswerkers
ommetje, de bekende weg, niks te vragen.
Alles bekend, van de tuinen, de huizen
en hun bewoners. Dat is ook Zen, ik word
er rustig van, zonder cursus, zonder
af te reizen naar Thailand. Of dat land
ernaast, dinges, enfin. Je slaat de hoek om
van die straat waarvan je de naam nooit weet,
(wie heet er dan ook zo, dacht je, verderop was
er ook zo’n straat met een onmogelijke naam)
passeer je een minibiebhuisje, nieuw, in de voortuin.
Kinderboeken, boeken voor volwassenen, thrillers,
literatuur, alles, in goede staat, dankzij het goedgebouwde
kastje, dat waterdicht was en waarvan het deurtje
goed sloot. Je zag een bloemlezing van Komrij
over de Dood. Die nam je mee. Gratis, voor niets.

Jij nam dat boek mee, de Dood zelf
zou jou zelf ook nog wel ‘ns ophalen. Vast.
Ook voor niets, gratis. Je naam stond al genoteerd,
En de datum was ook al bekend. Maar waar? Vroeg
je je af, in Parijs, of hier, in de Wessel Zuselerstraat?

Maar eerst zocht je nog of Menno erin stond,
Menno Wigman, want zeg je Menno dan zeg je dood,
en ook andersom Je vond ‘m. En je las zijn gedicht
al brevierend voor in het park. Tussen de bloemen
die blauw waren, en wit, geel, roze, rood en lila.