vrijdag 20 augustus 2021

De Dag Dat Sifan Hassan Goud Won Op De Olympische Spelen

De dag dat Sifan Hassan goud won op de tien kilometer,
ongenaakbaar, niet in te halen, niet te kloppen (ik zag
haar race pas ’s avonds laat, in de hotelkamer in een
bergdorpje waar verder niemand ooit van Sifan Hassan
gehoord had.) De dag dat Sifan Hassan goud won op de
Tien Kilometer, met een fenomenale eindsprint, de finish
lag open voor haar, verwachtte haar – wie anders?
Enfin, die dag dus, fietste ik langs de Rhône, die rivier
Met dat dakje op z’n o, en met die kerncentrales aan haar
oevers.
Het was warm (duh, het is juli in Frankrijk, gast)
cicades tsjirpten, hitte zinderde en trilde boven de velden,
mijn bidons had ik gevuld, mijn petje stond op mijn hoofd,
en ik peddelde naar Montélimar, om met een zakje Nougat
als souvenir terug te keren. Je passeerde een uitgebrand
autowrak. Je had de wind mee, het asfalt was nieuw en vlak.
En ondertussen liep Sifan Hassan zich warm
voor haar Tien Kilometer. Ze knikte haar knieen,
de boog haar rug, ze strekte haar armen, ze draaide
haar nek, ze zwaaide haar armen, ze hupte met haar benen.
Ze keek naar de baan. Ze keek naar haar schoenen.
Ze keek naar het scoreboard. Ze keek naar de lege tribune.
Ze keek naar de camera. Ze keek naar de lucht. Ze keek
Naar haar verleden, ze keek naar haar toekomst. Ze keek
Naar haar zeer nabije toekomst. Ze zag zichzelf in de race.
Ze wist precies hoe het zou gaan.
Jij zat ondertussen op een terras. En je staarde naar een
leeg vel papier, niets aan de hand, dat was je routine, je
ritueel, kopje koffie erbij, beetje om je heen kijken, sfeertje,
zo deed je dat. Pen bij de hand. Maar vandaag kwam er niets.
Je roerde je koffie, je dronk je glas water. Je keek serieus.
Jij bekeek je appjes en je e-mail, want je had wifi op dat terras,
ondertussen liep Sifan Hassan zich warm en was een en al
concentratie. Zij gaf niet om Nougat, zij stoorde zich niet
aan de hitte. Zij gaf, wie weet, wel om literatuur, om poezie,
maar, nu even niet. Haar focus lag nu op de race, de start,
de eerste bocht, haar positie daarna. Haar tactiek.
Het inschatten van haar kansen, haar mogelijkheden.
Wanneer zou ze moeten versnellen, wanneer zou ze haar
alles verzengende eindsprint inzetten? Wanneer zou ze haar
passen verlengen, haar krachtbron aanboren, de finish
met haar ogen dichterbij halen?

 En jij fietste ’s avonds terug langs de Rhône, die rivier
met dat dakje op z’n o, en met die kerncentrales aan haar
oevers. Terug naar je hotel waar je ’s avonds, vanaf je bed,
de gouden race, de Tien Kilometer van Sifan Hassan wilde zien.
Je hoopte op de herhaling, haar machtige passen, de superioriteit.
Je was opgehouden door de eigenaresse van het hotel,
graatmagere dame waarvan de aderen zo dik op haar armen
lagen. Zij kwam erg nerveus en overspannen over, terwijl jij juist
gehaast was om naar de finish te kijken. Je verlangde naar een
koud biertje. En je wilde juichen vanaf het balkon. De warme
Franse zomernacht in. En daar won Sifan Hassan de Olympische
Tien Kilometer. De televisie zette nog een keer de herhaling in:
Sifan zette de achtervolging in, haalde de ene na de andere concurent
in, en daar ging Sifan Hassan nogmaals majestueus de finish over.
Je stond op en ging naar het balkon en daar hief je je glas,
De Dag Dat Sifan Hassan Goud won Op De Olympische Spelen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten