Het was toen het Filmhuis nog
draaide aan de Korenmarkt,
Ja, al een tijdje terug, ik
denk zo’n 25 jaar dus, dat ik op
een avond, op goed geluk, een filmpje ging pakken. Dus,
een avond, op goed geluk, een filmpje ging pakken. Dus,
jas aan, trap af, straat uit
en kaartje kopen. Ik bleek een van
de ongeveer 6 betalende
bezoekers te zijn. Old vintage Art
House Movie, die Tarkovski.
Enfin, Tarkovski dus, was het
Stalker of Nostalghia, het was nog veelbetekenend
allemaal,
beladen met symboliek,
suggestie, traag en uitgesponnen
ook, en diep man, diep. En
dan richtte de camera zich weer
op het landshap in de verte,
of zoomde juist in op dat detail,
dit was geen film, dit was
filmkunst, hogere filmkunst. Daar
was de kunstenaar en hier
zijn publiek, nou ja, 6 man. Er
was afstand. Was hij, de
regisseur, Tarkovski dus, op zoek
naar de waarheid, de eenvoud,
de diepte? Wilde hij ons
geestelijk vacuüm opvullen met zijn rusteloosheid? Toonde
hij ons via zijn film, de samenhang met de wereld? Was de film
een moreel streven naar
waarheid? Het volmaakte is uniek
of in staat een oneindig
aantal associaties op te roepen,
wat uiteindelijk op hetzelfde
neerkomt. Al die beelden.
Al dat veelbetekenende drama.
Was het experiment,
pretentie, balanceerde het
tussen het ethische
en het materiele? Was het
iets tussen droom en werkelijkheid?
Was het religie? En waarom
regende het de hele tijd?
Was het neppoëzie? Moest dit
nou een wereldbeeld
voorstellen? Waarom gaan
mensen naar de film eigenlijk,
hebben ze een narcoticum
nodig?
Toegegeven, jij had al een
blow achter de kiezen, voor je ging.
Het verplaatsen in de
gemoedstoestand van het hoofdpersonage,
was, al met al, een forse
klus. Film is beeldhouwen uit tijd,
maar ja, jij was publiek. Het
was, je concludeerde voorzichtig,
wat zwaar allemaal. Was dit
nou een film die dicht bij het leven bleef?
En dat we daarom dus niet zijn
werkelijke schoonheid wisten
te waarderen? Je las wel ’ns wat,
die pretentie, je deed maar een gok.
Dat zoeken naar waarheid en
lot, de verloren tijd – je geloofde het verder wel.
Hoe drukte de kunstenaar zich
uit? Wat was zijn taal, magisch?
De eindaftiteling daalde over
het scherm, de lichten gingen aan.
Twee rijen voor je stond die
bezoeker op. Bleef staan en klapte
langzaam maar nadrukkelijk
richting het doek. Je wist exact wat
hij bedoelde. Jij stond ook
op en klapte langzaam, nog langzamer
mee; het publiek had altijd
gelijk, je klapte Tarkovski langzaam weg.
Het doek kleurde weer wit en
jij ging naar huis, je ging leeg naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten