woensdag 4 maart 2020

Slow clap voor Tarkovski


Het was toen het Filmhuis nog draaide aan de Korenmarkt,
Ja, al een tijdje terug, ik denk zo’n 25 jaar dus, dat ik op 
een avond, op goed geluk, een filmpje ging pakken. Dus,
jas aan, trap af, straat uit en kaartje kopen. Ik bleek een van
de ongeveer 6 betalende bezoekers te zijn. Old vintage Art
House Movie, die Tarkovski. Enfin, Tarkovski dus, was het
Stalker of Nostalghia, het was nog veelbetekenend allemaal,
beladen met symboliek, suggestie, traag en uitgesponnen
ook, en diep man, diep. En dan richtte de camera zich weer
op het landshap in de verte, of zoomde juist in op dat detail,
dit was geen film, dit was filmkunst, hogere filmkunst. Daar
was de kunstenaar en hier zijn publiek, nou ja, 6 man. Er
was afstand. Was hij, de regisseur, Tarkovski dus, op zoek
naar de waarheid, de eenvoud, de diepte? Wilde hij ons
geestelijk vacuüm opvullen met zijn rusteloosheid? Toonde
hij ons via zijn film, de samenhang met de wereld? Was de film
een moreel streven naar waarheid? Het volmaakte is uniek
of in staat een oneindig aantal associaties op te roepen,
wat uiteindelijk op hetzelfde neerkomt. Al die beelden.
Al dat veelbetekenende drama. Was het experiment,
pretentie, balanceerde het tussen het ethische
en het materiele? Was het iets tussen droom en werkelijkheid?
Was het religie? En waarom regende het de hele tijd?
Was het neppoëzie? Moest dit nou een  wereldbeeld
voorstellen? Waarom gaan mensen naar de film eigenlijk,
hebben ze een narcoticum nodig?
Toegegeven, jij had al een blow achter de kiezen, voor je ging.
Het verplaatsen in de gemoedstoestand van het hoofdpersonage,
was, al met al, een forse klus. Film is beeldhouwen uit tijd,
maar ja, jij was publiek. Het was, je concludeerde voorzichtig,
wat zwaar allemaal. Was dit nou een film die dicht bij het leven bleef?
En dat we daarom dus niet zijn werkelijke schoonheid wisten
te waarderen? Je las wel ’ns wat, die pretentie, je deed maar een gok.
Dat zoeken naar waarheid en lot, de verloren tijd – je geloofde het verder wel.
Hoe drukte de kunstenaar zich uit? Wat was zijn taal, magisch?
De eindaftiteling daalde over het scherm, de lichten gingen aan.
Twee rijen voor je stond die bezoeker op. Bleef staan en klapte
langzaam maar nadrukkelijk richting het doek. Je wist exact wat
hij bedoelde. Jij stond ook op en klapte langzaam, nog langzamer
mee; het publiek had altijd gelijk, je klapte Tarkovski langzaam weg.
Het doek kleurde weer wit en jij ging naar huis, je ging leeg naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten