donderdag 4 juli 2019

Camping


Weet je nog, dat we op die camping stonden,
waar dat jonge gezin laat aankwam.
Jong gezin, jonge ouders, jonge kinderen,
Ze kwamen laat in de avond aan, het schemerde al.
Ze hadden hun busje achter onze tent geparkeerd.
En daarna hun tent opgezet, het was een jong gezin,
vader met zo’n hip baardje, een jonge moeder –
en een krijsend kind. Het regende. Het was donker.
Wat was er mis gegaan? Was er ruzie geweest?
We hadden het niet gehoord. Het regende.
‘s Ochtends gingen er autoportieren open en dicht,
en open en dicht. In de regen, de stromende regen.
De man, de echtgenoot, de vader, pakte alles in
de koelkast, de stoelen, de tafel, het hobbelpaard,
de po-stoel, terug in de bus, in de stromende regen.
Er viel geen woord. Het bleef stil. Er klonk alleen de regen,
zwijgend en gehaast pakte de man alles weer in.
De sfeer was niet goed, de stemming was omgeslagen.
De vrouw vertoonde zich niet, de man werkte gestaag door,
en het regende, en ze wisten dat wij het wisten.
De tent pakte hij in, keek nog een keer rond,
startte de auto en zwijgend reden ze weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten