De man boog zich over het
stuur van zijn bromfiets, had het logo van Batman op de mouw van zijn jas. Het
zag er niet uit. Laatst had hij een ’s nachts een ree aangereden, hij was
gevallen: z’n jas kapot en een lekke band. De ree was weg. Hem overkwamen
dingen. Je wist, hij had zijn vriendin geruild voor een bijstandsmoeder. En die
had een tatoo laten zetten waar ze nu al spijt van had. Ze waren gisteren kwaad
weggelopen uit een restaurant: het duurde hen allemaal te lang. Ik was er niet
bij, maar zie het zo voor me, hij een grote bek en zij met de kinderen. Haar
zoontje had tijdens het schoolreisje de achterbank van de bus in de fik
gestoken. Het scheen dat hij vaak tot ’s ochtends vroeg doorging met gamen. Haar
dochter keek alleen maar wezenloos. En hij lag ’s nachts wakker, luisterend
naar niks: hij hoefde niet naar pijn te zoeken, de pijn vond hem wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten