dinsdag 20 februari 2018

Ouder worden

Vroeger noemde je zoiets ‘herstellingsloopje’,
zo’n niet al te lang rondje in rustig tempo, 8 kilometer, in zeg,
11 km/u, eigenlijk amper de moeite om je hardloopschoenen
aan te trekken, beetje relaxed draven langs de stadsrand.
Nu sukkeldraf je en noem je het een kleine duurloop.


dinsdag 13 februari 2018

Padoem Pats vijf

De minister van Buitenlandse Zaken
had gelogen over zijn ontmoeting met Poesjkin.

vrijdag 9 februari 2018

Als sonnet

Je zult maar vijftig zijn en op. Jij was het.
De roes van nacht, roken en drank stopte hier.
Het infuus van je poëzie was leeggestroomd,
de ader dicht geslibd, het laatste gedicht
geschreven, de dop kon op de pen geschroefd.
Je liet een klein maar piekfijn oeuvre na.
Niks meer aan doen. Wat viel er nog meer te
zeggen, je had je punt gemaakt, je hart
bezweren met poëzie werkte niet meer.
Je verbleekte nu snel, je pakte je boeltje.

Aarde, hier komt een dichter aan, zwartgekleed,
hij is hier bekend, hij was van het vaarwel.
Nu staat zijn naam zelf op papier zwart omrand,
zijn hart doorwond, de einder geen geduld.

woensdag 7 februari 2018

Ze waren brutaal, ze waren grof

Ze dronken en rookten waren luidruchtig op straat, je hoorde hen van ver al aankomen. Hun grappen waren lomp, hun stemmen vervormde de woorden. Ze waren brutaal ze waren grof.  Hun lach die gierde om elke grap, ze waren onhandig op de trap, ze struikelden, ze vielen. Jij dacht ondertussen aan het vale ochtendlicht, de lege flessen Je knipte de lamp aan, deed de muziek uit en verzamelde de glazen. Je dacht: en nu is het genoeg, ik rol de haspel uit en spuit de boel schoon, het vuil eruit. Maar dat deed je niet. Je bleef in je rol, je wenste ze beleefd een goede nacht. Je overwoog twee flinke fluimen in hun ontbijt.

maandag 5 februari 2018

Onverwachts - Menno Wigman


Je zult maar vijftig zijn en op. Jij was het.
De roes van nacht, roken en drank stopte hier.
Het infuus van je poëzie was leeggestroomd,
de ader dicht geslibd, de dop kon op de pen.
Je liet een klein maar piekfijn oeuvre na.
Niks meer aan doen, niks meer aan te doen, je had
je thematiek rond: zwarte romantiek,
en dood in melancholieke zinnen.
Je vreesde dat je je laatste gedicht
had geschreven. Wat viel er nog meer te
zeggen over liefdes, spleen en graf?
Je had je glas voldoende geheven
in je leven, je had je punt gemaakt
 – of het punt jou, je verbleekte nu snel.

Aarde, hier komt een dichter aan, zwartgekleed,
je kent hem wel, hij heeft hier vaker gestaan.
Zijn sonore stem heeft hier vaak geklonken
hij was van het afscheid en het vaarwel,
en van het bezweren en tergen van de dood.
Nu staat zijn naam zelf op papier zwart omrand -
waar is het gedicht dat uit de speakers klinkt
en hem leidt, dwars door dood en eeuwigheid?