zondag 10 juli 2016

Zomer



Eén zonnebadnemende lijster maakt nog geen zomer,
maar als je in de tuin een bundel van Boris Ryzji leest,
en zo’n gevogelte op zo’n driekwart meter,
echt niet meer, ik zweer het je,
van je op het gras plaatsneemt,
vleugeltjes wijd uiteen gestrekt, snavel open,
oogjes zo half dicht, helemaal relaxed,
ook zonnebadend, maar dan zonder
een dichtbundel van Boris Ryzji,
geen boodschap hebbend aan jouw nabijheid,
dán wel.

Blikje Kronenbourg 1664 in Parijs



In Parijs, ’s ochtends tien uur, op de vertrekdag,
gaf ik mijn overgebleven blikje bier, Kronenbourg 1664,
aan de eerste, beste zwerver die ik zag, ik er vanaf, hij blij.
Meneer bedankte me nog luidruchtig na.
Tuurlijk, lekker biertje bij de koffie, hij wel.
Decadent, dacht ik nog,
met een beetje  jaloezie.

vrijdag 8 juli 2016

Maar het meest vrees ik het beest



‘s Ochtends vonden we een dode zwaan op de dijk.
En gister een dode vos in de mais.
De zwerm vliegen zoemde,
de hond trok wild blaffend dichterbij.
En vanmiddag, die drie weckflessen in het museum,
met daarin die drie foetussen, wat hadden zij gemist?
Maar het meest vrees ik het beest in mijn hoofd.



woensdag 6 juli 2016

Ik ben van de oppervlakkige contacten



Ik ben van de oppervlakkige contacten,
niet van die diepgaande, ik ben van het vluchtige,
ik hou afstand, ik kom niet dichtbij.
Mij moet je niet hebben voor het duurzame, de lange baan.
Ik wijs ernaar, ik raak het even aan –
maar ik hou afstand, ik ben van het voorbijgaan.
Ik blijf een kennis, sluit geen vriendschap.
Ik blijf niet te peilen, ik blijf die vage gast
Ik ben de man tegen wie je praat, in de trein,
In de wachtkamer, langs de lijn.
Ik ben biechtvader, klaagmuur tegelijk.
Ik ben een spiegel, een bodemloze put.
Ik ben de taxichauffeur, ik ben de invalkracht,
ik ben die collega van die andere afdeling.
Ik ben die barman, ik ben die nachtportier.
Ik ben van dat praatje op die ouderavond.
Ik was dat, op dat feest, om drie uur ’s nachts,
toen je het over je ex had. En ik was dat,
toen je het, nog later, over je jeugd had.
Ik sta op zaterdag naast je langs de lijn.
Ik hoor het aan, ik knik, ik herhaal een woord.
Mijn mimiek is in orde. Ik lach en schud een hand.
En beloof tot ziens. Maar ik hou afstand,
Ik kom niet dichtbij. Ik trek me terug.
Ik zou het soms graag anders zien,
maar dit is wat ik ben, ik ben van het voorbij.

vrijdag 1 juli 2016

Dichtbundel online besteld



Moet ik misschien wel doen, een e-mail sturen naar antiquariaat L****T ****, dat als zij een dichtbundel per post versturen, dat ze die dan verpakken in ofwel stevig karton, of in een envelop gevoerd met bubbeltjes plastic. En niet enkel, zoals met mijn bestelde exemplaar van Adriaan Jaeggi’s  Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten’ in papier, zodat een van de hoeken van het boek een buts oploopt door de harde landing op de mat door de val vanuit de brievenbus. Het ging maar om een bundel van een euro of zes, en misschien had Adriaan Jaeggi het niet erg gevonden, het bestaan levert nu eenmaal littekens en bulten op, nietwaar, daar kan Adriaan Jaeggi van meepraten. Maar hij leeft toch voort door zijn gedichten, dus enige behoedzaamheid is toch wel geboden met zijn erfenis. Buiten dat ik met een beschadigd boek blijf zitten.