We
liepen elkaar hier vaak mis, ondanks dat we
veel
briefjes achter lieten op de keukenmuur.
De
open haard brandde terwijl er niemand was:
was
gezellig voor het geval er iemand zou komen.
De
fietsen stonden in de gang, het huishouden
was
wat rommelig – er was geen elektra meer.
Er
hing een foto van Miles Davis aan de deur,
zijn
blik boorde zich door het donker.
’s
Nacht liepen we met een emmer Perfax
een
kwast en een rol affiches door het
centrum:
er
was een kerncentrale ontploft.
Er
moest een gedicht geschreven en in oplage gedrukt.
Het
was urgent, het moest geplakt op de muren.
Later
lagen we in bed, alles donker, waxinelichtjes aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten