Het
moest wel sonnet zesenzestig zijn,
want
het leek wel (die toon!) voor mij
gemaakt,
die
botte bijl en tjak, die scherpe pen,
dat
onontkoombare recht in je smoel,
en
dan toch die ontroering op het eind.
Maar
Shakespeare, ik was geïntimideerd,
door
al die briljante vertaalvariaties -
ik
durfde geen pen meer op het papier
‘s
Nachts zag ik liefde gewikkeld in geweld:
Marokkaanse
man en Turkse vrouw,
ze
sloopten de hotelkamer erbij.
Liefde
doet pijn, waar werd oprechter auw,
bloed
op de muur, politie op de stoep.
Mijn
pen stokte: zij waren ijskoud alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten