ik weet
niet meer wat, ik weet niet meer waar.
Mijn
zintuigen worden een voor een gedoofd
de weg, ik
ben 'm soms kwijt
ik fiets
hier tussen heden en verleden
ik ben een
toerist in eigen hoofd.
De wereld
is zo wijd en lijkt zo nieuw,
ik ken 'm
niet, ik ben op doorreis,
ik woon
niet hier, dat zijn toch de anderen?
Ik ben
toerist in eigen hoofd.
En waar is
nou toch de gids?
Mijn oude
huis teken ik zo uit, het was een boerderij:
hier was de
opkamer en daar de keuken,
met daar de
kelderdeur. De weckflessen,
archeologie,
met stof en kalk erop.
En hier
zijn we toch op de deel,
met daar die
deur in de deur, maar
de
plattegrond die klopt niet meer.
En hier het
erf, je hoort het grind onder de klompen.
En daar de
boomgaard met de ganzen.
Het schaakspel
onder de notenboom
Maar hier dep
ik, wat gaat er in mijn hoofd toch om,
gemorste
melk met een schaakboek op.
Ik begrijp
de taal, maar spreek 'm niet.
Hier kon je
tussendoor naar de kerk.
Maar de weg
is weg en mijn huis en erf ben ik kwijt.
Geen kippen
meer, waar laat ik ze ook op tweehoog
De wc-borstel
trof ik in de groentela, de ijstaart
in de
keukenkast. Wie stopte die daar?
Mijn pen,
waar ik dit net nog mee schreef,
ben ik
kwijt, de bladzijden blijven zo wit,
ik heb er
de woorden niet voor,
ik ben een toerist
in eigen hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten