dinsdag 14 oktober 2025

Het gaat zoals het gaat

Over wat er mis ging, over alle giftige lberichtjes
en alles wat er tussen de regels te lezen viel 

je was verbijsterd dat je in de rug werd aangevallen
en dat steun van verwachte zijde uit bleef – jammer dan 

leerzaam bleek het dus wel, een kijkje in het achterbakse
ze was een loeder, een haatheks van de laagste orde 

je verbaasde je over de taal, de krukkigheid, de armoe
de jaloezie van jaren opgespaard, de zure walmende wrok – 

lelijker kon zij niet worden, dat was eigenlijk wel jammer
dit is eigenlijk alles wat ik hierover zeggen wil.

 

zondag 12 oktober 2025

We gingen naar Amsterdam om

 


We gingen naar Amsterdam om de presentatie van de dichtbundel van Robbert-Jan Henkes, Nachttrottoir, bij te wonen, luister bij te zetten. En we hadden er voor de zekerheid een hotelovernachting aan vastgeknoopt, want je wist immers nooit waarop zoiets uitloopt.

Uitgeverij Koppernik is gevestigd op Keizersgracht 75, slechts één grachtje verwijderd van ons hotel. Ik had eerlijk gezegd geen idee waar ik heen ging: hoe groot was dit evenement eigenlijk. Hoeveel mensen zouden er zijn, en wie? Zouden we erg uit de toon vallen, zouden er bekenden zijn, schrijvers, dichters? Ik was nog nooit bij een uitgever op bezoek geweest, of hoe heet dat, gerecipieerd?

Ik was helemaal weg van die bundel Nachttrottoir, echt, dit was het beste, het leukste dat ik dit jaar gelezen had. Maar wat waren er weinig mensen op deze happening afgekomen, ik telde er een kleine 20 (waaronder ook nog, wat, jij ook hier, Josef P. uit Deventer).

Ik had voor Robbert-Jan Henkes een aardigheidje meegenomen: een uitgeknipte recensie uit de Volkskrant van 25 jaar geleden, waarin literatuurcriticus Kees Fens, het gedicht ‘Nachttrottoir’ besprak. Robbert-Jan Henkes had zo zijn bedenkingen over die vroegere vertalingen van dit gedicht. Hij las zijn eigen vertaling voor. En daarna nog een gedicht met Erik Bindervoet, een duet, leuk.

Voorts waren er in dat statige grachtenpand nog voordrachten (en muziek) van Samuel Vriezen en Kine Brettschreider. En er was, hoera, bier. Daarna vertrokken we naar een Indonesisch restaurant.

De volgende ochtend stapten we over twee lachgastankjes, onze voeten achterna, de gracht op: op weg naar het ontbijt in café De Pels. Ik moest aan deze locatie denken omdat ik onlangs in De Nieuwe Contrabas iets had gehoord over schrijvers die met één been in de maatschappij stonden, en met het andere been in De Pels. Dat vond ik wel geestig.

Geen bezoek aan Amsterdam zonder bezoek aan De Slegte en antiquariaat Kok, Oude Hoogstraat (Perdu hebben we dit keer overgeslagen, sorry Perdu). En dat leverde een handvol aardige dichtbundels op. Ondertussen werd bekend dat László Krasznahorkai, de Nobelprijs voor de Literatuur had gewonnen. (Nee, dus weer niet Haruki Murakami.) Ik heb nog nooit een boek van hem gelezen, maar wel heb ik thuis de dvd van de romanverfilming: Satantango. En dat was een, uh, hoe zal ik het formuleren, pittige zit om tot het eind toe uit te kijken.

FOAM wachtte ons nog (Fotografiemuseum Amsterdam). Ik ben daar al eerder geweest, maar ik weet niet meer welke beelden ik toen gezien heb. Nu was er, onder meer, een expositie over de fotograaf Co Rentmeester. Erg interessant, zijn oeuvre: de jaren zestig, zeventig en tachtig op film gefotografeerd. Maar mij viel één ding op: de teksten bij de foto’s. Wilde men hier nou met terugwerkende kracht woke doen, of wat was dit? Co Rentmeester had in 1965 de rellen in Watts, een wijk in Los Angeles, gefotografeerd. En die foto’s waren te zien in Foam.

Indringende foto’s, krachtige foto’s, mooie foto’s, maar. Die teksten bij de foto’s. Bij een foto van plunderende en stelende mensen in een apotheek, staat: mensen nemen spullen mee uit een apotheek, right. Bij een (prachtige) foto van een plunderaarster, met haarkrullers, die haar buit hoog opgetast in haar winkelwagentje meeneemt, staat: woman with filled shopping cart, rightWat een heerlijke formulering. Hier was iets wat wel gezien en gefotografeerd mocht worden, maar beslist niet benoemd.

Maar we moesten voortmaken, want het Vietnamese restaurant wachtte op ons, en daarna de trein terug naar huis.

 

zaterdag 11 oktober 2025

Liefdesverdriet

Hier was het, op deze pek viel je
een gat in je knie, op die kiezels.
Je gleed uit. Het bloedde als een rund. 

Hier maakte je vriendin het uit. Jullie wandelden.
Ze wilde je wat vertellen: je was het niet.
Ze wilde niet, met jou, ook niet verder. Je hield je stoer,
en je ging lachend door: je wuifde
elke verzorging weg, je ging verder lachend
je leven in, die pleister hoefde je niet.

Elke zomer licht die witte streep op je knie weer op:
hier had zij het uitgemaakt, weet je nog? Hier stak zij
het mes in je hart, koud, gemikt, gemeend,
hier bloedde je, daar was de pijn.

zaterdag 4 oktober 2025

Michiels variant twee

Nacht, straten, apotheek, lantaren,
Een zinloos schijnsel in de mist.
Al leef je nog eens twintig jaren –
Geen uitweg – alles is beslist. 

Je sterft en wordt opnieuw geboren,
Alles herhaalt zich vroeg of laat:
Rimpels in het kanaal bevroren,
Nacht, apotheek, lantaren, straat.

-Alexander Blok- 

 

De gracht en de rivier kwamen samen
waar jij woonde, de brug stond altijd open.
Een zinloze verbinding, plus die mist,
en aan de overkant was de drogist. 

Je was paracetamol van node
maar, o wonder, ’s nachts was de gracht bevroren,
evenals het Spaarne. In het schijnsel
van de maan schaatste je: er was niks beslist.

 

(Dertig jaar geleden woonde ik op het punt waar de Bakenesser gracht en het Spaarne elkaar ontmoeten, Donkere Spaarne 58, om precies te zijn. En toen kon er geschaatst worden over de Haarlemse wateren.)

 

 

donderdag 2 oktober 2025

Trap op, trap af

Soms ga je de trap op naar boven
om te schrijven, alles is paraat:
pen, papier, flarden in je hoofd,
je weet niet wat je te wachten staat. 

Maar nu zit je daar al urenlang,
het papier blijft wit, de flarden
uit je hoofd bereiken niet je pen:
je gaat de trap af naar beneden.

 

zondag 28 september 2025

Michiels variant

Nacht, straten, apotheek, lantaren,
Een zinloos schijnsel in de mist.
Al leef je nog eens twintig jaren –
Geen uitweg – alles is beslist. 

Je sterft en wordt opnieuw geboren,
Alles herhaalt zich vroeg of laat:
Rimpels in het kanaal bevroren,
Nacht, apotheek, lantaren, straat.

-Alexander Blok- 

 

Het was klaarlicht, toen je de drogist betrad,
Hemmer, Vroomshoop aan het koud kanaal.
Je vroeg om condooms, er moest ontmaagd,
je vakantieliefde had hierom gevraagd.

Thuis was de elektra afgesloten,
er brandden zeven waxinelichtjes
De lantarenpaal trapte je onklaar.
De straat, je toekomst, je zag het allemaal.

zaterdag 27 september 2025

Nachttrottoir (maar dan 77 keer anders)

 

In 1912 schreef Alexander Blok het gedicht ‘Nacht, straten, apotheek, lantaren'. 
Dit gedicht werd in 1991 opgenomen in de bloemlezing Van Derzjavin tot Nabokov (Russische poëzie uit drie eeuwen, vertaald door Marja Wiebes en Margriet Berg uitgeverij Plantage). En Kees Fens, toenmalig recensent bij de Volkskrant, schreef destijds hierover: En daar is natuurlijk ook Alexander Blok. Hij verplettert met dit gedicht niet alleen de twee andere van hem opgenomen verzen, maar ook de hele buurt om hem heen. 

En nou heeft Robbert-Jan Henkes dit gedicht Nachttrottoir van Alexander Blok vertaald in 77 versies, stemmen, vormen. Met onder andere versies van Komrij, Wigman, Deelder, Hanlo, Vondel etc. En dat levert een weergaloze bundel op. Je blijft erin lezen. En je blijft erom lachen, en je blijft heen en weer bladeren. Ik geloof niet dat ik dat dit jaar met welk boek dan ook heb gehad. Ik opende het en werd er gelijk door gegrepen, aangestoken.

Nacht, straten, apotheek, lantaren,
Een zinloos schijnsel in de mist.
Al leef je nog eens twintig jaren –
Geen uitweg – alles is beslist. 

Je sterft en wordt opnieuw geboren,
Alles herhaalt zich vroeg of laat:
Rimpels in het kanaal bevroren,
Nacht, apotheek, lantaren, straat.

-Alexander Blok-