1
En was plots een boek aan je verschenen
Als in een visioen met een duiding
Je zocht gejaagd naar titel en auteur
Maar mist en licht ontnamen je het zicht.
Was dit een boodschap, en gericht aan jou?
De mist en het licht waren weg, het boek ook.
Je vroeg je af wat de bedoeling was
Moest jij nou op zoek naar de bedoeling,
dus dat boek, of was dat boek op zoek naar jou?
Je dronk een fles en deed je ogen dicht:
Je zag een kast waarin een boek ontbrak
Er daalde een urgentie in je neer.
2
Je knipte je computer aan en zocht
Online naar het boek uit je visioen
Wat je daar wel niet allemaal tegenkwam
Was alles, behalve dat wat je zocht.
Wat zou toch de inhoud zijn van dat boek?
En zou je daar dan ook iets mee moeten?
Zou je leven niet compleet zijn zonder?
De kwestie werd op de spits gedreven
Je voelde je benauwd, je moest eruit
Je zocht snel je reisspullen bij elkaar:
Maar waar in de wereld vond je dat boek?
Je smeerde alvast brood voor onderweg.
3
Er was een plek waar boeken samen kwamen
Eens per jaar, aan de kades van een stad
Aan een rivier. Je boekte een hotel
Waar Komrij, Wigman, Zwagerman en Brands
hadden overnacht. De nacht van je leven,
dacht je, dus kon je de slaap niet vatten
de Nachtportier wees je naar de kramen
staketsels nog, niet door zeilen bedekt
De kades leeg, een late kroegloper
Probeert een goed gesprek bij zonsopgang
Daar zijn de busjes van de antiquairs
En daar de dozen, Dole,
Chiquita
4
Waarin de handelswaar, de
boekenrij
Uitgepakt onafzienbaar,
kilometers
Fundgrube, bestimmt, maar waar te zoeken?
Je kocht een gidsje met een
plattegrond
De kramen hebben nummers en
thema’s
Er is een alfabet, heel
handig maar
Jij weet titel noch auteur of
uitgever.
Je sluit je maar bij de
bezoekers aan
Zij hebben lijsten, zijn op
zoek naar reeksen
Er wordt gezocht, gekocht en
afgestreept
Steeds minder te gaan, de
tassen raken vol
Je schuifelt mee, zet je
ellebogen uit.
5
Maar was er al over het weer
gepraat?
De vijanden van het boek
zijn: water,
Vuur, censuur en ook het
zilvervisje.
Vandaag viel er geen water
uit de lucht.
Er was handelsgeest: alles
voor de helft
Zeldzaam, uniek, gesigneerd,
alleen vandaag,
Alles tien euro, tenzij lager
geprijsd.
Men bood, men dong af en men
ging akkoord.
Je keek om je heen: je zag
lezers links
Op de stoep, lezers rechts op
het muurtje
Verdiept in de aanschaf,
verdiept in de vondst
Maar in jouw handen was er
alleen gemis.
6
Je liep langs de kramen en
raakte bedwelmd:
Die boeken, strips, hier liep je door je jeugd
En dit boek kreeg je ooit van
je ouders
Je sloeg het open, je kon de
tekst dromen.
Wakker werd je door de geur
van wafel.
Warmgebakken met aardbeien en
room
Ook was er koffie, ook was er
bier
Boeken lieten zich goed
combineren.
Je liet je blik over de
IJssel dwalen
Nadat je het gedicht op het
servet las.
Je luisterde naar de rolkoffertjes
met boeken, en je hoorde je
gemis.
7
Op het
plein bevond zich een labyrint
Ga erin,
ried men je, daar vindt u vast
Uw boek.
Het labyrint heeft geen uitgang
Je dwaalt oneindig rond in deze ellips.
Zonder je boek verlaat je ook dit plein
En
voeg je je weer in de mensenstroom.
De route
ging nu naar een ander plein
Waar
schrijvers wachten op hun publiek
De
volgende stop was de kraam met de Ramsj
Het lot,
de zwarte stip aan de horizon
O god,
dan liever nog de Worstenwalm
En de
jankende kinderen daarnaast.
8
Over
janken gesproken. Die schrijver
Van
gisteren, die brak in dat interview?
Man – maar hij herpakte zich wel
heel erg goed.
Maar al
met al had jij nog niet dat boek.
Op de
markt zigzagde de mensenstroom
En ook
ging men heen en weer, men botste.
Je dacht
aan Van Beek, van Robert Anker
Van Goede
manieren (je miste hem)
Zoals
hij door een episodisch gedicht
Kon
gaan, dat wenste jij ook voor jezelf.
Dat
gemak, die souplesse, maar evengoed
Had jij
je boek uit je visioen nog niet.
9
Je zocht,
keek bladerde, voelde en snoof:
Dit boek
was echt van een roker geweest
En dit
boek had jaren kelder gehad.
En als
je afging op de opdracht
Voorin,
met datum en plaats genoteerd
Was hier
een vriendschap voorgoed gesneuveld
Voor
iedereen te kijk, gênant, eerste druk
Dat wel,
dus toch nog aardig aan de prijs.
En deze,
gesigneerd, maar wat zegt dat?
Je keek
‘ns om je heen en zag wat rare
Kwanten.
Ver van mode afgedreven.
Rare
hoedjes, rare jassen, alles raar.
10
En je
vroeg je af: ben ik een van hen?
‘Alles
voor de helft’ stond er op een bord.
En je
schudde je muizenissen van je af
‘Focus’
dacht je, lokaliseer het boek
Dat daar
op je wacht, dat je daar verwacht
Opgelucht dacht je, nu ik toch hier ben
Laat ik dan wat favorieten kopen,
Een Henkes een Bindervoet, Lucebert.
Je kocht nog een Fries en een Rus erbij.
Het eind van de Markt was bijna nabij.
Wat zag je daar, je tuurde, wat zag je?
De klok sloeg vijf, je had nog amper tijd.
11
Je zag de omslag, je voelde een rilling
Dit was ‘m, aan het visioen gelijk.
Het boek waar je naar op zoek was, of was
Het omgekeerd? Vandaag kon alles hier.
Je griste het boek van de kraam, betaalde
Veel te ruim, ademde zwaar, en sloeg het
boek open: de pagina was wit, alles was
wit. Het boek was een dummy, onbedrukt.
Je queeste kwam je ineens belachelijk voor
Waar had je al die moeite nou voor gedaan?
Dat boek, met al die lege bladzijden
Plots wist je het: je pakte je pen en schreef.