Etty, je hebt hier gelopen,
gewandeld, dat kan niet anders.
Hier liep je, hier
wandelde je op zondag,
Je keek naar de IJssel, je
keek naar de overkant,
Je keek naar de verte, je
keek naar het plaveisel,
Je keek naar je wandelgezelschap:
je wandelde hier.
Misschien keek je wel in een
boek of dichtbundel,
terwijl je wandelde (Etty,
mocht dat zo zijn, geen paniek,
iedereen doet dat tegenwoordig
zo, gebogen, gebukt).
Etty, mocht je nu nog leven,
je weet niet wat je meemaakt:
Er komt een film over je, er
zijn actrices die je spelen,
Etty, je leeft, ook al maak
je dat zelf niet meer mee.
Er wordt een dramaserie over
je gemaakt.
(Maar, als ik de huidige woke
tijd zo bekijk,
dan rook je niet: je sigaret
wordt uit je hand gewist.
Je moest perfect, je moest een heilige.
Maar Etty, dat maakt mij allemaal
niet uit).
Je leeft: je portret staat hier op
een muur.
Je boeken staan bij mij in de kast.
Ik had je graag ontmoet, ik
woonde om de hoek.
Waar zouden we het over
hebben gehad,
Misschien zou je me
schrijven,
En ik jou, en dat doe ik nu,
vandaag,
Dag Etty, ik denk aan je.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten