Je schuift de gordijnen open
en ziet kobaltblauwe ijsmassa
En hoort het glasachtig
getinkel van smeltwater dat over de
Dakgoot stroomt. Het ijs maakt
geluid. Schotsen kraken,
Knal op knal. Je hebt het
koud je rilt. Je huis werkt,
je hoort het, je ziet de
barst in de deur. Elders smelt
de gletsjer, hagelt het pingpongballen,
overstroomt
de boel, mislukken oogsten,
branden bossen af, stijgt
de temperatuur, barst de
aarde door de aanhoudende
droogte, zijn de insecten
ineens massaal afwezig, zijn
er stortbuien, onweer, bliksem,
stijgt de temperatuur,
stijgt de zeespiegel, worden bepaalde
gebieden van
de aarde onleefbaar. De zomer
wordt geen pretje meer.
De winter zal vaker dan lief
vies tegenvallen. De flora
En de fauna zullen aangetast
worden, anders klinken
Ook. Niet meer dat
gekwinkeleer van die vogels
’s ochtends vroeg bij je
raam. Soorten sterven uit,
Extremen wisselen mekaar af.
Vroeger volgden de
Vier seizoenen elkaar op. Nu
lijkt het eind in zicht.
Je brandstof is bijna op, je huis kraakt in al zijn voegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten