Er was een periode zonder
begin en zonder eind. Je moest ‘ns weten. We nemen een foto, we vragen ons af waar we
zijn. We vragen ons af wat er achter ons te zien is, wij kijken de andere kant
op. We vragen ons dingen af: waarom zijn we hier eigenlijk? We steken onze duim
op. Ik was er niet bij, maar zie het voor – nee, achter me. Ik zie die close
up, dat kader dat de wereld buitensloot. Onophoudelijk blijven die
spamberichten zoemen hier in de aankomsthal. Je gaat naar buiten en wordt
gegroet op straat. Je hebt ineens weer een agenda: je bent weer thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten